United States or Mauritania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na hem volgde J. Hessel Martena, hoewel tegen zynen zin, in het Landsheerlyke Gebied, om zyne uitmuntende vredelieventheid. Omtrent dezen tyd heeft Johannes Flieterp, Secretaris van Martena, onverwagt de beschryvinge, van Okke Scharlensis te Staveren gevonden; en dezelve uit het latyn vertaalt hebbende, met eenige van zyne eigene aanteekeningen, in het licht gegeeven.

DUCO MARTENA en andere edelen spanden daartoe kloekmoedig hunne krachten in, en werkelijk gelukte het hun, Slooten, Sneek, Bolsward, Franeker en Dokkum te bemagtigen.

Hoe jammer, dat die gelukkige toestand slechts weinige jaren duurde, en dat de menschelijke driften, uit verschil van meeningen en belangen ontstaan en door heillooze partijschappen gevoed, weldra op nieuw al de ellenden van den oorlog deden gevoelen. MARTENA, Landboek, Chart. II 67; DOUWAMA, Geschriften, 135.

Volgens de overlevering hadden de Schriften van zijn oudoom Solke, of Carel Solke Forteman, hem de bouwstof geleverd, voor zijne bekende Kronijk, welke door Johannes Vlijtarp, Geheimschrijver van den laatsten Potestaat, J. Hessel Martena, in de XIV eeuw is aangevuld en verbeterd, en daarna door Andreas Cornelis, geboortig van Stavoren en Organist te Harlingen, werd overgewerkt, vervolgd en na diens dood uitgegeven in den jare 1597 te Leeuwarden, in folio, bij Jacob Jansz, doch te Amsterdam gedrukt.

De meesten van hen waren Friesche Edelen, die of, gelijk Aylva, Martena en anderen, grootmoedig genoeg waren om aan hun vijand de laatste eer te willen bewijzen, of die door het bijwonen der lijkplechtigheid hun eigenliefde en hoogmoed gestreeld vonden.

"Daar zijn de schepen, kinderen!" riep hij: "nog een halfuur volgehouden! en wij zijn gered!" "Nog een halfuur!" brulde de Abt, die dezen uitroep hoorde, "hoort gij dat, Broeders! wat staat gij daar en kijkt? Met steenen werpen is het niet te doen! Gij moet voor den dag komen en hen verpletteren. En dat volk van Martena, dat om hen heen staat, alsof het naar een hanengevecht keek.

De rechtervleugel, zoo men overal verspreide krijgsbenden aldus noemen kan, werd door Adeelen aangevoerd: Cammingha bestierde de verdediging van Coudum af tot aan Warns: en de linkervleugel was aan Martena toevertrouwd. De Abten van Lidlum en Bloemkamp vormden met hun talrijke en welgeoefende conversen twee hulpbenden, gereed om zich overal te begeven, waar de strijd het heetste was.

Er is thans geen bewijs, dat deze vreemdeling een aanslag in den zin had, en ik acht, dat wij zonder gevaar het onderzoek tot een meer geschikte gelegenheid kunnen uitstellen." "Voorzeker!" zeide Martena: "en ik zou bovendien niemand willen deren, in wien het huis van Aylva belang stelt."

Toon u heden een wakkere zoon van Friesland! Ik blijf in de stad! Wellicht kan ik hier van nut zijn." Met deze woorden verlieten zij elkander. Aylva begaf zich weder naar de haven en Reinout reed, de stad door, naar Martena. Ondertusschen was vader Volkert in zijn klooster teruggekeerd.

Adeelen is van oordeel, en ik met hem, dat deze schijnbare aanval slechts een krijgslist is, om onze aandacht af te trekken, terwijl men ons van de andere zijden aanvalt. Hij zond mij naar Martena en Helbada om hen tot dubbele waakzaamheid aan te sporen en te beletten, dat zij niet, door den brand verlokt, hun benden van de plaats doen gaan." "Voortreffelijk, mijn knaap!