United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hun schepen, die ginds machteloos tegen de ebbe liggen te worstelen, kunnen hen niet opnemen: willen zij naar de landtong keeren, daar wachten hen de Lidlummers: pogen zij landwaarts in te dringen, het leger van Martena is opgerukt en bezet al de passen: dalen zij af naar het strand, daar worden zij door de overmacht verplet en tot den laatsten man toe afgemaakt, als een troep reebokken, die in een wildbaan gejaagd zijn: en die aan het staal ontkomen, verzuipen zoodra de vloed komt opzetten."

In den jaare 1162, als Miliaan door den Keizer F. Barbarosse geheel vernielt en geslegt wierd, is Hessel Martena, een Friesch Edelman, in de belegering omgekomen; na dat dezelve dapper gestreden, verscheidene bedieningen en bezendingen voor den Keizer had uitgevoert, en ridder geslagen zynde, bevel over 10000 krygsknegten had gehad.

De taal van Reinout scheen eenigen indruk op de aanwezigen te maken: de Abten van Lidlum en Sint-Odulf althans gaven blijken van goedkeuring; terwijl Cammingha en Martena een blik van ontevredenheid op Adeelen sloegen. "Beschermt den weerlooze," vervolgde Reinout, "gij allen, die vrienden zijt van ons huis. Ik smeek u daarom, in naam mijns vaders, in naam van den edelen Aylva."

"Blaas den aftocht!" zeide Martena, die juist op het Klif aankwam: "daar moet er ten minste één zijn, die in Holland vertelle, hoe de Friezen hun bespringers ontvangen."

Doch de Friezen boden, onder hunnen Potestaat HESSEL MARTENA, hem zoo dapperen tegenstand, dat hij met de zijnen zich spoedig weder aan boord begaf en aftrok. Uithoofde er zich bij zijne benden West-Friezen bevonden, die vroeger door hunne stamgenooten tegen de overheersching der Hollandsche Graven geholpen waren, zoo namen de Friezen dezen aanval zeer euvel op.

Doch niemand dezer overtrof in grootmoedigheid en bekwaamheid hun aller hoofd en sieraad, den edelen ~DUCO MARTENA~, die, zonder vrees voor gevaar, de regten des volks bleef handhaven; die, als staatsman en held, in raadzaal en strijd, zoowel te land als ter zee, te midden der hevigste vervolging, met raad en daad zijn vaderland diende, en al zijne bezittingen, ja zelfs die van twee zijner broederen, door hem geërfd, voor de zaak der vrijheid opofferde.

Zelfs overwon hij »een carueell van oerloeghe wuyt Schotlandt, dat een Meester ende een Blockhuys op ter zee was." Dus spreekt MARTENA, Landboek, Charterb. Dat hij de manschap der overwonnene schepen over boord wierp en liet verdrinken, is hem zeer euvel geduid.

Omtrent dezen tijd heeft J. Flieterp. Zie onze aanteekeningen op bl. 286, 288 en 359. Bl. 101. In den jaare 1313 is de Landsheer Martena overleden.

Le flux les apporta; le reflux les remporte. Corneille, le Cid. Terwijl dit alles in den omtrek van Sint-Odulf plaats had, was Reinout, gelijk wij hierboven vermeld hebben, aan Martena het bericht gaan geven, waarmede Adeelen hem belast had, en van daar over Warns naar Gaasterland gereden, om die zelfde tijding aan Helbada te brengen.

Te gelijk daagden de welgewapende Lidlummer monniken en conversen op, met hun Abt aan 't hoofd, door Martena afgezonden, die nu op de Hollanders aanvielen in hetzelfde oogenblik, dat deze door de afgeschoten pijlen in verwarring waren gebracht.