United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Om het even," viel Cyprianus hem in de rede, terwijl hij daarbij met een liefdevollen blik het frissche gelaat van miss Watkins, die naast hem zat, aankeek, "ik heb heden avond een zoo kostbaren diamant veroverd, dat het verlies van elken andere mij geheel onverschillig laat en mij niet kan deren!"

Als God al die menschen en die dingen met één oogenflikkeren verdoemde, met één handoplegging vernietigde, wat zou hem dat deren? Zou de vreemde vogel, die aldoor zong, mooie weemoeds-klanken, op de stille transen van zijn torenwoning, dan zwijgen?....

Het hondje, dat zoowat driemaal zoo groot als een rat is, weet zich dan los te rukken, springt den tegenstander naar den kop en brengt hem totaal in de war, zonder hem echter in het minst te deren of zelf maar een schrammetje op te loopen.

En hoe zoudt gij ooit, als mannen en vrouwen, mijn jongelui, de vrucht van het helder inzicht kunnen dragen, als het zaad van het onbegrepene niet gedurende uw jeugd in uw geest geworpen was! Laat het u niet deren, dat ge nu iets niet dadelijk begrijpt. Wat ge te doen hebt is: het onbegrepene te onthouden. Draag het in u om.

~Zorgeloos~ wijst aan, dat iemand de zaken, die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, verwaarloost, of dat hij lichtzinnig voortleeft, zonder de noodige zorg voor zijn toekomst te hebben. Het woord heeft dus altijd een ongunstige bijgedachte. Ofschoon hij meermalen met ontslag bedreigd is, blijft hij nog altijd even ~zorgeloos~. Gij kunt zijn: geen kwaad zal u deren.

Zoo'n prent was "gekleurd" en kostte, dùs toegetakeld, in Wouters tyd twee duiten. Waar de finantieele krachten der kleine koopers zoover niet reikten, konden ze ook 'n halve bekomen, by welke gelegenheid het viertal plaatjes dat de middelste rei vormde, sans façon werd doorgescheurd, en al zoo vry geschonden de wereld intrad. Maar dit scheen onze jeugdige kunstliefhebbers niet te deren.

De liefhebbende vader was er gerust op dat het zijne convalescente niet deren zou, zoo hij haar met de eerste helft van die waarheid bekend maakte, doch hij schrikte terug voor de tweede; maar Claudine, met de verhoogde intuïtie eener zieke, die haar juist als ingeeft wat men het zorgvuldigst voor haar tracht te verbergen, had zich op eigene wijze voorbereid op het laatste.

"Gij hebt scherper gezicht dan ik," antwoordde Botbergen: "mijn oog is niet genoeg geoefend om op zulk een afstand inlanders van vreemden te onderkennen." "'t Is waar, ik herinner mij gehoord te hebben, dat gij in den krijg nooit een vijand zijt aangevallen, uit vrees van door misverstand een vriend te deren."

'k Zie liever die de zegevaan mij deur de wolken steken, excelsior, en, vóórgegaan, mij moed in 't herte spreken. Dan zegge ik: „Op! Dat ander kan, dat kan, dat wil, dat zal ik: geen oneere en geen schande en kan mijn durven deren, valle ik.” Hooveerdigheid is valsch van doen, van zeggen en van zeden: ootmoedig wil ik, ridder koen, tot stijgen mij besteden.

Titus en Marcus komen op, daarna de jonge Lucius, gevolgd door LAVINIA. JONGE LUCIUS. Grootvader, help! mijn moei Lavinia volgt Mij overal en waarom weet ik niet. Oom Marcus, zie! o zie, hoe snel zij komt! Ach, lieve moei, ik weet niet wat gij meent. MARCUS. Kom, Lucius, blijf! wees voor uw moei niet bang. TITUS. Zij heeft u, knaap, te lief, om u te deren.