United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Belangrijke berigten over hem zijn medegedeeld door den Heer J. VAN LEEUWEN in de vrije Fries, 1844, III 277. Ook BOSSCHA, II 469 env. en anderen vermelden hem, wiens graftombe nog de kerk van het dorp Dongjum versiert, met hoogen lof. Zie over de genoemde personen: VAN LEEUWEN, in de vrije Fries, V 245; BOSSCHA, II 325, 370, 458, 473, 536, 543; WAGENAAR, Vaderl.

Gerson, De distinctione etc., I p. 55. Moll, Brugman. I p. 234, 314. Ecclesiasticus 24, 29; vgl. Meister Eckhart, Predigten no. 43, p. 146. 26. Ruusbroec, Die Spieghel der ewigher salicheit, cap. 7, Die chierheit der gheesteleker brulocht, 1. II c. 53, Werken, ed. Naar het hs. bij Oulmont, l.c., p. 277. Vgl. de bestrijding dier meening door James, l.c., p. 10 , 191, 276. Moll, Brugman, II p. 84.

De oude Nederl. vertaling van zijn Estat de la maison du duc Charles de Bourgogne bij Matthaeus, Analecta I p. 357-494. Christine de Pisan, Oeuvres poétiques, ed. Vereins zu Stuttgart t. La Marche, IV. p. 4ss.; Chastellain, V p. 370. Ernst. Een staatsiezetel. Gekleed. Chastellain, V. p. 368. La Marche, IV, Estat de la maison, p. 34ss. La Marche, I p. 277.

Later werd hij nog tweemaal uit zijn rijk verjaagd, eerst door Pyrrhus, vervolgens door Alexander van Epirus, maar telkens keerde hij terug en eindelijk onderwierp hij zich ook Epirus. In 277 overwon hij de Galliërs in een grooten slag bij Lysimachia, later bestreed hij het achaeïsch verbond, maar zonder gevolg.

Zie verder over de afkomst der Friezen de Voorrede van het 1e dl. van het Vriesch Charterboek; YPEIJ, Geschiedenis van de Ned. Taal, Gron. 1812, I 126, 150, II 106; FOEKE SJOERDS, Beschrijving van Friesl., Leeuw. 1765, I 277; Oudheden en Gestichten, I 1, 38, II 337; Dr. L. J. F. JANSSEN, Drenthsche Oudheden, 17, 167. Na een naauwkeurig onderzoek heeft de geleerde oudheidkenner Dr.

Rel. de S. Denis, I p. 102, 104; Jean Juvenal des Ursins, p. 346. Jacques du Clercq. II p. 277, 340; IV p. 59; vgl. Molinet, IV p. 390, Rel. de S. Denis, I p. 643. Joh. de Monasteriolo, Epistolae, Martène et Durand, Ampl. Coll. II p. 1415, vgl. ep. 75, 76, p. 1456 van Ambr. de Miliis aan Gonthier Col, waar hij zich beklaagt over Jean de Montreuil.

Niet genoeg bezet en daarna bevrijd, werden deze schepen van 40 en 58 stukken echter door Kapitein PAAUW ten tweeden male vermeesterd . Memorien van den Grave de Guiche, bl. 262 en 277 van het orig. en 270 en 286 van de vert.

Door zulke verheffingen van individuen wordt echter niet de harmonie bij een toestand van zaken bevordert, want op blz. 277 hebben wij gezegd, dat door dit meer harmonisch worden van zulk een toestand, de door het wezen er van geboren werkingen, door zwakker te worden, hen minder zullen trachten te wijzigen.

Onder de Rufini verdient genoemd te worden: P. Cornelius Rufinus, consul 290 met M' Curius Dentatus; zij maakten samen een einde aan den Samnietischen oorlog. In 277 was hij weder consul en streed toen tegen Pyrrhus. In 275 werd hij door den censor C. Fabricius uit den senaat gestooten, omdat hij meer dan 10 pond aan tafelzilver bezat.

Want de vormen, waarin het ideaal der liefde zich nu eenmaal hullen moet, zijn maar enkele voor alle tijden. Chastellain, IV p. 165. Basin, II p. 224. La Marche, II p. 350 . Froissart, IX p. 223-236; Deschamps, VII no. 1282. Cent nouvelles nouvelles, ed. Wright, II p. 15, vgl. I p. 277, II p. 20, 168 etc. en Quinze joyes de mariage, passim.