United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


De parvulis ad Christum trahendis, ib. p. 281; Contra tentationem blasphemiae, ib. p. 246. Le livre du chevalier de la Tour-Landry, p. 80, 81, vgl. Machaut, Livre du Voir-Dit, p. 143ss. Ib. p. 55, 63, 73, 79. Nic. de Clemangiis, l.c. p. 145. Quinze joyes de mariage, p. 127, vgl. p. 19, 29. 124. Froissart, ed. Luce et Raynaud, XI p. 225ss. Chron. Montis S. Agnetis, p. 341; J. C. Pool, Frederik v.

Men moest weer zijn toevlucht tot het zekerste, nimmer falende middel nemen, tot kwaadspreken. "Vindt ge niet, dat Puschewitz iets van Louis Quinze over zich heeft?" vroeg de diplomaat, terwijl hij met de oogen naar een knap, blond jongeling duidde, die aan een tafeltje stond. "O ja, hij valt juist in denzelfden stijl als dit salon; daarom is hij ook zoo dikwijls hier."

Nadat de schrijver van de Quinze joyes de mariage al de zwakheden der vrouwen in een mat en fijn gekleurde satire heeft opgesomd, biedt hij wel aan, om nu ook de verongelijking der vrouwen te beschrijven, maar hij doet het niet.

Want de vormen, waarin het ideaal der liefde zich nu eenmaal hullen moet, zijn maar enkele voor alle tijden. Chastellain, IV p. 165. Basin, II p. 224. La Marche, II p. 350 . Froissart, IX p. 223-236; Deschamps, VII no. 1282. Cent nouvelles nouvelles, ed. Wright, II p. 15, vgl. I p. 277, II p. 20, 168 etc. en Quinze joyes de mariage, passim.

As 'k daar an wen, komt 't mijn te duur ... Alleenig, zie je, bij die schilder ... Weet jij nou met jou verstand, waarom ik daar altijd zoo vroeg op dat atelier kwam? Nee, , want je kan me nog niet, hoe 'n doortrapte misdadiger as ik in me hart en me niere toch ben, ? Die man had op dat ouwe kassie antiek, hoor, Louis Quinze, mot je wéte zoo'n oud-blauwe pot, zoo'n pul, met tabak.

Zij droeg een japon van lilas barège, lage goudlederen schoentjes met kruislinten op de fijne witte kousen, en die soort van neteldoeken spencer, die te Marseille is uitgevonden, en wier naam, canezou, een verbastering is van het woord quinze août, dat schoon weder, warmte en middag beteekent.

De schrijver van Les Quinze joyes de mariage kiest dien titel in navolging der vreugden van Maria. Van de voorstelling der liefde als een vrome observantie is hierboven gesproken. Van ernstiger beteekenis nog is het, wanneer de verdediger van den Roman de la rose met heilige termen noemt "partes corporis inhonestas et peccata immunda atque turpia."

De oude satire van cynische vrouwenverguizing krijgt er op eens een heel andere, verfijnde stemming door: in de Quinze joyes de mariage is de botte vrouwensmaad van voorheen getemperd door een toon van stille desillusie en gedruktheid, die er het navrante aan geeft van een moderne huwelijksnovelle: de gedachten zijn ijl, vluchtig uitgedrukt; de gesprekken zijn te teer voor de boosaardige bedoeling.

L'epistre au dieu d'amours, II p. 14. Quinze joyes de mariage, p. 222. Oeuvres poétiques, I p. 237, no. 26. Geen tijd heeft de doodsgedachte met zooveel nadruk voortdurend aan allen opgedrongen als de vijftiende eeuw. Zonder ophouden klinkt door het leven de roep van het memento mori.

Siena, Opera, I p. 100 bij Hefele l.c. p. 36. Les cent nouvelles nouvelles, II p. 157; Les quinze joyes de mariage, p. 111, 215. Molinet, Faictz et dictz, f. 188vso. Journal d'un bourgeois, p. 336, vgl. p. 242 no. 514. Ghillebert de Lannoy, Oeuvres, ed. Ch. Potvin, Louvain, 1878, p. 163. Les cent nouvelles nouvelles, II p. 101. Le Jouvencel, II p. 107.