Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Een ouwe jood met grauwhaar en bevende lippen drong in het midden, tierde met huilende stem: "...Hij verroerde geen vin, godverdommè!... Ik zweer je bij 't lich van me ooge dad-ie stil naast me stong te kijke! We kwamme van 't Plein, van 't Plein! Is 't nie godgeklaag, godgeklaag dad-ze direk met d'r sabel hakke!
Gek van de warmte, de de oogen dor makende hitte, brulde de agent wat 'm inviel: "Spring d'r uit, sodejuu! Spring godverdomme na benejen!" De meisjes-armen bewogen niet, het hoofd hing in aandachtige kijking, de handen rood van den weerschijn schenen te krimpen. Voor de poort stoven de menschen op zij.
Modder druipt langs zijn uniformjas. Achter hem aan joelt het volk. Vrouwen die er niets mee te maken hebben, loopen te huilen. De klompen klotsen op de keien. "Op zij mense! Op zij dan, godverdomme!" In een herberg wordt het kind binnengedragen. De deuren gaan dicht. De gordijnen worden neergelaten. Door de kieren kijken ze naar binnen. "Ze hebben 'm uitgekleed!" "Zijn tong hangt uit z'n mond!"
"Gróót gelijk heit-ie!", riep Nathan schorkrijschend alsof-ie achter de voddenkar liep: "Stel jij je godverdomme in de brès voor die luie pargen!... Neem jij de partij op tègen je zwager!" "As hij en as juillie niet je èigen vijanden waren", hield Eleazar vol: "dan was 't met de ellende gedaan"... "Verrek! Verrek! Val dood!", schreeuwde de slijper.
"Hou nou godverdomme je smoel!", stootte Hes 'm aan: "je mot niet flùite as 't zoo...." Hij zei 't niet verder, hoofd wijkend in schrik. Een vlamming van schel-wit licht overgulpte de binnenplaats, belaaiend met krijt-stuiving het grijze cement.
Maar toch, ik zou je verzocht hebben nooit weer in die buurt te komen. Want... daar loopen veel matrozen die soms... onfatsoenlyk zyn. Voor my was 't niets, weetje gut, ik kan zelf al vloeken, en gemeene woorden weet ik ook! neen, voor my was 't niets! Ik heb eens "godverdomme" gezegd tegen 'n Rus die me slaan wou.
Dovid, die bij 't raam stond, wond zich lawaairiger op. Rauw krijschte 't geluid uit zijn keel: "En nou zal 'k godverdomme 'n onderkruiper weze!... Kenne ze me allemaal de maarsch lekke!... Voor mijn part scht
Dicht bij de poort van de binnenplaats stond-ie stil, bot kijkend of-ie 'r was. Hij was 'r nièt hij kòn 'r niet weze. De poort was donker dèze had een wijdgespitst hol, ros van lichting, met zwarte kontoeren, alsof een waaiende toorts de wanden bevlamde. Aarzlend, versuft, wou-ie doorloopen, toen 'n vreemd gesplinter van glas 'm dee omkijken en met in schrik spalkende oogen de in den nacht òplevende poort bestaren. Nog terwijl-ie zoo stond, dompten de voetstappen van politieagenten den hoek om. De een, plotsling-aandachtig, 't licht-gespeel bij het poorthol ziend, vloekte verschrikt: "Godverdomme, d'r is brand!" Eleazar opzij duwend, stormde hij de binnenplaats op, en daar door een rooden, in fronsende schaduwen schuilenden schijn, die het staal van z'n helm en de knoopen der uniform-jas met rosse wapperinkjes bespatte, gegrepen, schreeuwde hij 'n kreet, dien de huizenkoker tot aan de daken echoode: "Br
En toen werti zoo kwaad op alle levende en doode dingen, datti z'n eindelooze erotiek onderbrak en een grimmig boek schreef, dat 'm in eens beroemd maakte. Maar dat was later pas, dat komt straks. Voorloopig deeti alleen nog maar z'n gave tanden en kiezen op elkaar en daarna zeidi, alleen in z'n kamer, hardop: "Een groot dichter worden en dan vallen, Godverdomme."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek