United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Let op mijn woorden: hier valt voor u een ridderorde en promotie te halen; alleen vraag ik dat u laat uitkomen, dat ik u gewaarschuwd heb." "Dat doe ik vast, padre, en misschien wordt u bisschop!" antwoordde de alférez met een stralend gezicht, terwijl hij naar de mouwen van zijn uniformjas keek. "Dus u stuurt me vier verkleede guardia's, nietwaar? Opgepast!

Een heer in een uniformjas en met gele biezen om z'n pet kwam op ons af en sprak mij aan. "Ik geloof mijnheer, dat u beter doet, als u dezen heer naar huis brengt." Ik salueerde en gaf Bavink een arm. Hij ging gewillig mee. In de huurauto viel-i in slaap. Op de Nieuwe Zijds-Voorburgwal werd-i even wakker toen wij door een kuil reden en wilde weer over die hoedendoos beginnen.

En de mooie, blauwe uniformjas en de mooie pet waarmee hij zo fier in Akspoele gepronkt had, waren insgelijks verknoeid, bezoedeld en verkleurd; en de schone vergulde galons hingen half ontnaaid van de mouwen, hun vroegere glans verdoft in kopergroene tinten, en omgebogen en gewrongen, als rafels platgeslagen zinkdraad.

Met schrik herkende ik de blauwe pantalon met zwarte naadstreep, de donkere uniformjas met verzilverde knoopen, den gelen buikriem en het ledergoed van Pandoor, die door mijn ongelukkig schot gewekt was. »Zoodat gij thans marechaussee-hoeden schiet?" zei hij met die stembuiging en tongval, die het geheele gild kenmerkt. »Marechaussee, ik verzeker u!" antwoordde ik stotterend.

Van hem zagen we nog even het doffe glimmen van twee vergulde knoopen op den rug van zijn uniformjas. Met dansenden glans flitste 't schijnsel van het lampje op de grijze boomstammen. In de vagelijk verlichte oranjerie was alles nu heel stil geworden.

Modder druipt langs zijn uniformjas. Achter hem aan joelt het volk. Vrouwen die er niets mee te maken hebben, loopen te huilen. De klompen klotsen op de keien. "Op zij mense! Op zij dan, godverdomme!" In een herberg wordt het kind binnengedragen. De deuren gaan dicht. De gordijnen worden neergelaten. Door de kieren kijken ze naar binnen. "Ze hebben 'm uitgekleed!" "Zijn tong hangt uit z'n mond!"

»Hier," riep een ruwe, reusachtige, linksche kerel, vooruittredende, met een hooge, blauwe uniformjas, en een anker op de mouw geborduurd, zijn hoed in de linkerhand houdende en met de rechter het haar uit de oogen strijkende.

En goed was het, dat we die voorzorgen genomen hadden, want van een spijswagen geen spoor en aan geen enkel station waar we ophielden was iets anders te krijgen dan een zwart koffietje. Toen wij gereed waren begon onze Turk de vreemdste toebereidselen te maken. Zijn uniformjas had hij reeds lang uitgetrokken, maar daar bleef het nu niet bij.