United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ondanks den nood en de trage herstelling van vader Damhout, was elkeen in dit huishouden gelukkig. Bovenal was het hart der moeder met een gevoel van hoogmoed en van zaligheid vervuld. Soms kon zij des avonds uren lang in stilte haren zoon bestaren, terwijl hij, ofschoon vermoeid van den arbeid, nog met inspanning het hoofd over zijne boeken hield gebogen.

En wanneer zij een weinig nader was aan het groeten, drong een geest van Liefde, alle andere zinnelijke geesten overwinnend, de zwakke geesten des gezichts naar buiten en zeide tot hen: "Gaat henen uwe Vrouwe te begroeten", en hij bleef in hunne plaats. En wie de Liefde had willen kennen, hadde zulks gekund door de siddering mijner oogen te bestaren.

Alleen dichterlijke of verliefde naturen plegen lang 'n maannacht te bestaren 't eenig-poëtische van 't dorp was 'n rederijkerskamer met 'n leesgezelschap van fatsoenlijke producten de amoureuse lieden liepen dien nacht in dònkere boschaadjes. Als niet hier en daar, náast 't verschrikt hondegejank 'n kat van de daken ware geschichtigd, zou 't kostelijk gebeuren onopgelet zijn geschied.

Het was waarlijk hoog tijd: het laatste wat hij zag, vóór hij in slaap viel, was de wolvin, die, vlak bij hem, hem droefgeestig met een van honger kwijlende bek begeerig zat te bestaren, als ware hij een brok voedsel, dat wel van haar hoorde, maar dat zij om de eene of andere reden toch nog niet kon gaan eten! Dit is de zeer verkort weergegeven inhoud van het Eerste Deel.

Zeker, Lina hadde in elk ander geval deze teruggaaf geweigerd; maar nu zeide zij zelve, met de tranen in de oogen, dat de ellende haar dwong te vergeten, dat zij een hart had. Van waar kon toch dit vijffrankstuk komen? Die onoplosbare vraag maakte het hoofd der verbaasde vrouw duizelig, en zij bleef de onverwachte hulp lang bestaren.

Jan Breydel vatte het perkament, en hetzelve ontvouwen hebbende, bleef hij het lange tijd bestaren zonder dat het hem iets kon verklaren; in die tijd waren er buiten de Geestelijken weinig personen die lezen konden, zelfs waren de Edelen meestal nog in de grootste onwetendheid gedompeld. "Wat is dit, schelm dat gij zijt?" schreeuwde Breydel.

Even glimlachte hij sussend 't kind toe, dan bleef-ie 't gelaat bestaren, 't slapend gelaat met de zwarte wimpers en de fronzende wenkbrauwlijn. 't Zoemen van 'r adem aan-luistrend, kreeg-ie voor 't eerst zoolang ie 'r kende, 'n zachtere, bijna teere aandoening. Ze was 'n krotte-kind zooals hij was blijven steken.