United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Hoe gij u te gedragen hebt jegens tante Stontheim, behoef ik u niet te zeggen, Army!" ving zij aan, verstandig het geschilpunt van gister vermijdende. "Gij zult dit zelf wel weten; breng haar mijne hartelijke groeten, en zeg haar, dat ik een oude, afgeleefde vrouw ben geworden."

Het jonge meisje had klaarblijkelijk de woorden nog niet gelezen; dan had zij hem deze vernedering bespaard; hij dacht aan het versleten kleedje, dat zij heden en gister droeg, en hoe zij zich over een nieuw verheugd zou hebben. Een nieuw kleed voor vijf daalders!

En mijn gescheurde kleeren; die moet ge mij vergoeden; antwoordt de onbeschaamde. Wend u tot den moesjteïd. Als hij logies verleent aan schavuiten zoo als gij zijt, zal hij ook wel de noodige middelen bezitten om u van kleeren te voorzien." 10 October. Ik heb gister nader kennis gemaakt met den heer Blackmaur en met doctor Odling. Beiden zijn weduwnaars.

"Meent gij die Mathilde met het roode haar?" vroeg de oude dame verbaasd. "Ja!" knikte de kleinzoon. "Ik heb eene voorliefde voor rood haar. A propos, grootmama, mag ik het oude boek behouden, dat gij gister avond beneden bracht?" "Zeker, het is een familiekroniek, die ik voor u bestemd had." "Duizendmaal dank! Tot weerziens van middag!" Hij kuste haar de tengere hand, en vertrok.

De helden sloegen alles dood. De boekschoone jonkvrouwen betooverden de halve wereld. En, ook God Wouter's god vervulde in al die boeken z'n plicht veel beter dan ... byv. op den Zeedyk, waar-i gister nog 'n kleinen jongen had zien mishandelen door 'n groote. 't Moest eens in 'n boek gebeuren ... alle ridders zouden te-hoop geloopen zyn! En ook Wouter had getracht...

"Zeg, hoor eens, jij, zijn ze werkelijk goed?" "Flensburgsche, mijnheer! geen van Ostende!" "Flensburgsche, ja! maar zijn ze wel versch?" "Gister pas aangekomen." "Dan moeten wij maar met oesters beginnen en ons menu geheel veranderen." "'t Is mij om 't even! Ik had het liefst tsji met gort! Maar zoo iets kan men hier toch niet krijgen."

In 'n aanzwelling van teederheid, nam-ie 'r kleine, zwarte, ruwe hand, keek 'r in de nog natte oogen, zei, zooals-ie tot 'n kind zou gesproken hebben: "Rebecca 'k ben blij dat we mekaar gister gezoend hebbe blij blij." "Ik ook," antwoordde ze mat. "Wat stane juillie te smoeze?" , vroeg Poddy, angstig bij 't gefluister.

Echter hebben maar weinigen zich dat zoo sterk aangetrokken als Aristoteles, die, volgens de legende, uit spijt dat hij dit zonderling verschijnsel niet verklaren kon, zich in den Euripus verdronk. Na de brug te zijn overgegaan, bevonden wij ons weder op den weg, waarlangs wij gister avond gekomen waren, en die langs de baai van Vourko loopt.

De regen had opgehouden, maar 't weêr was zoo zoel gebleven, dat ik mij op allen tegenspoed voorbereidde. De wandeling ging aanvankelijk langs den zelfden weg, die me gister terugbracht van den Val de l'Enfer, maar ik had nu het genoegen van een waterval te zien, la cascade du Serpent, een der waarteekens van Montdore, maar die den vorigen dag droog was.

"Zoo das mòoi!", verweet Eleazar zelf er om lachend: "jullie most 'n pak voor je broek hebben.. Mot j'r meer heen voor tante Reggie?" "O jee zoo dikkels", blufte ze weer, blij dat ze die dingen mocht doen: "van de week bin 'k driémaal gewees eens met-è met-è wat was 't ook weer? met-è deken en eens met 't ganneke-ijzer enne gister met tante d'r sjabbesgoed... Mod-je nie ete, oome?"...