Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
De slaap des grijsaards is licht; de slaapkamer van den heer Gillenormand grensde aan het salon en, in weerwil der voorzorgen, welke men had genomen, had het gerucht hem gewekt. Verwonderd over het licht, dat hij door de reet der deur zag, was hij opgestaan en tastend genaderd.
Het was drie jaren geleden, dat hij zijn grootvader had verlaten. Nog altijd was men van weêrszijden op denzelfden voet, zonder eenige toenadering te beproeven of elkander te willen wederzien. En waartoe zou het wederzien ook gediend hebben? Alleen om een botsing te veroorzaken? Wie van beiden zou bij den ander gelijk hebben gehad? Marius was een metalen, vader Gillenormand een ijzeren pot.
Ik heb geen troep kinderen noodig, zei de moeder. Verklaren wij, hoe het den Thénardiers gelukt was, zich van hun twee laatste kinderen te ontlasten en er zelfs voordeel van te trekken. De ongetrouwde Magnon, van wie reeds vroeger gesproken is, was dezelfde, die van den ouden heer Gillenormand een geldelijke toelage voor haar twee kinderen had weten te verkrijgen.
Toen Marius heenging was de straat eenzaam. 't Was op het oogenblik dat Eponine de bandieten tot op den boulevard volgde. Terwijl Marius peinzend met het hoofd tegen den boom leunde, was een gedachte in zijn geest ontstaan; een gedachte, helaas, welke hij zelf dwaas en onmogelijk achtte. Hij had een besluit genomen. De heer Gillenormand was te dezen tijde ruim een-en-negentig jaar oud.
"Ja, 't is duidelijk!" riep tante nu, die mijnheer Gillenormand meende te hooren, en wie het woord liefje, dat oudoom en achterneef schier op denzelfden toon uitspraken, geheel en al overtuigde. Zij hernam: "Doe ons het genoegen en houd Marius een weinig in 't oog. 't Zal u gemakkelijk vallen, wijl hij u niet kent.
En wijl ge onmeedoogend zijt geweest door u te laten dooden, zal ik over uw dood niet treuren, hoort ge, moordenaar!" Op hetzelfde oogenblik opende Marius langzaam de oogen en zijn blik, nog bewolkt door doffe verbazing, vestigde zich op den heer Gillenormand. "Marius!" riep de grijsaard. "Marius, mijn kleine Marius! mijn kind, mijn geliefde zoon! Gij opent de oogen, gij aanschouwt mij, gij leeft.
Derwijze slaagde Jean Valjean er in, lang te blijven. 't Was voor hem zoo zoet, Cosette te zien en bij haar te vergeten! 't Was de verbinding zijner wond. 't Gebeurde meermalen, dat Basque bij herhaling kwam zeggen: "Mijnheer Gillenormand zendt mij om mevrouw de barones te herinneren dat de tafel gereed is." Alsdan keerde Jean Valjean in diepe gedachten naar huis.
Men zag en telde ze. Er waren vijfhonderd briefjes van duizend en honderd acht en zestig van vijfhonderd francs. Te zamen vijfmaal honderd vier en tachtig duizend francs. "Dit is een kostelijk boek," zei de heer Gillenormand. "Vijfmaal honderd vier en tachtig duizend francs!" prevelde de tante.
Hij had niets dan zijn zeer geringe halve soldij als escadronschef. Te Vernon had hij het kleinste huisje gehuurd, dat hij kon vinden. Men heeft gezien, hoe eenzaam hij er woonde. Tijdens het keizerrijk had hij, tusschen twee veldtochten in, den tijd gehad mejuffrouw Gillenormand te huwen.
Zij zag Marius, de menigte, den hemel aan; 't scheen of zij bevreesd was te ontwaken. Haar verbaasde, schuchtere houding gaf haar iets onuitsprekelijk bekoorlijks. Bij het terugkeeren namen beiden in het eerste rijtuig plaats, Marius bij Cosette; de heer Gillenormand en Jean Valjean zaten tegenover hen. Tante Gillenormand was achteruitgezet en zat nu in het tweede rijtuig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek