Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


Sine moeder: Nu seght mi, wel scone man, Wetti iet, waer ghi vonden waert? De jonghelinc: O lieve vrouwe, in enen bogaert Te Damast in ware dinc, Daer so vant mi di coninc, Di mi op ghehouden heeft. Ay god, die alle doeghden gheeft, Die moet sijn ghebenedijt! Van herten benic nu verblijdt Dat ic gheleeft hebbe den dach, Dat ic mijn kint anescouwen mach.

De jonghelinc: Waer sidi, lieve vader mijn? Comt tot hie , ghi moetse scouwen, Die vol minnen ende vol trouwen Haer herte tote miwaert draecht. Het es recht dat si mi behaecht: Sie heeft soe vele doer mi ghedaen. De coninc: Soe willicse met blider herten ontfaen. Sijt wille come, Damiete wel scoene! Ghi selt in Cecilien croene Draghen boven al die leven.

JEZUS deelt aan zijne twaalf "gezellen" mede, dat de smartelijke kruisdood hem wacht; de "gezellen" zwijgen op dat bericht, maar PETER "zijn getrouwe vriend" neemt voor allen het woord en wenscht dat JEZUS nog berouw moge krijgen over hetgeen hij gezegd heeft: "Ghi sijt een so scone man", zegt hij, "hoe komt zoo iets dan in uwe gedachten?"

Verdraecht soe wie ghi syt; Want wie verdraecht hi wint den stryt Verdraghen en es ghene blame; Het es een dinc van hoghen name. Enige stonden nadat Breydel het verdelgde slot Male verlaten had, kwam hij met zijn beenhouwers te Sint-Kruis.

Ook klinkt het wel overredend: Maer wildi vort met lesen duren, Ghi sult hier horen scone die jeeste . Ondanks die voorzorgen zal een voordracht de hoorders wel eens verveeld hebben.

Dies biddic u om den riken God, Dat ghi met mi niet en maect u spot, Al benic dus verdoolt al hier. O scone wijf, inder minnen vier So leght mijn herte te male ende blaect: Ghi sijt hovesch ende wel gheraect, Ghi selt bi ridderscape sijn mijn wijf, Ghi hebt soe edelen sconen lijf. Opdat u wille es ende bequame, Ic bidde u, segt mi uwen name, Ghi selt seker sijn mijn vrouwe!

Misschien heeft MAERLANT in zijn Rijmbijbel, die toch tenminste evenzeer voor de gemeenten als voor den adel bestemd was, het oog op zelf lezen, als hij schrijft: Nu merct ghi die hier in zult lesen, Wat nutscap hier an zal wesen. Werden er dus wel lezers gevonden, groot kan hun aantal niet geweest zijn. Waren er veel edelen die vlot konden lezen? Het mag betwijfeld worden.

Ay! mochtic noch vader ende moeder mijn Scouwen, so waer mi therte verclaert; Ende waren si dan van hogher aert. So waer ic te male van sorgen vri, Sine moeder: O edel jonghelinc, nu comt tot mi Ende sprect tegen mi een woert, Want ic hebbe u van verre ghehoert Jammerlijc claghen u verdriet. De jonghelinc: O scoene vrouwe, wats u ghesciet, Dat ghi aldus lict in dit prisoen?

Het land was gerust en de koophandel begon opnieuw te bloeien, met betere hoop op een goede oogst werden de verwoeste landen weder bezaaid, en het scheen dat Vlaanderen een nieuw leven, een nieuwe kracht verkregen had men dacht met enige reden dat Frankrijk nu genoeg geleerd was, gelijk Van Velthem zingt Wacht u vort van selken spele, Ghi Fransoyse syt heir onteert, Ghi syt anderwerven geleert

Mijn herte dat bernt als een gloet Als icse metten oghen anscouwe. Lieve moeder, edel vrouwe, Ic moetse minnen, wat ghesciet. Lanseloet, ic wille, ghi u bat besiet, U scone lijf, u hoghe gheboort, Ende werct na minen rade voort Ende wilt minnen uus ghelijc. Sone wetic wijf int kerstenrijc Die ic woude hebben voor Sandrijn. Ic woude, si mochte mijn eygen sijn, Lieve moeder, bi uwen danc.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek