Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Hets van enen ridder prinsipael Die minde ene joncfrou noyael, Hovesch van herten ende reine, Maer si was hem te cleine Van goede ende ooc van gheboort: Dies was sijn moeder op hem ghestoort, Dat hi sine minne so neder droech: Sijn herte altoos in vrouden loech, Als hi anesach haer edel lijf: Maer sijn moeder, dat felle wijf, Hats altoos toren ende nijt Ende verweet hem te meneger tijt Dat hi hem so neder daelde, Maer hi altoos hem vertaelde Met hoveschen worden, als hi wel conste.

Al ware al die wereld an mi belanc, Ic woude wel, dat si ware mijn wijf. Scaemt u der scanden, vul keytijf, Dat ghi so neder mint, Ende men so scone joncfrouwen vint Van hogher gheboort, van groten geslacht.

Mijn herte dat bernt als een gloet Als icse metten oghen anscouwe. Lieve moeder, edel vrouwe, Ic moetse minnen, wat ghesciet. Lanseloet, ic wille, ghi u bat besiet, U scone lijf, u hoghe gheboort, Ende werct na minen rade voort Ende wilt minnen uus ghelijc. Sone wetic wijf int kerstenrijc Die ic woude hebben voor Sandrijn. Ic woude, si mochte mijn eygen sijn, Lieve moeder, bi uwen danc.

Met DIEDERIC VAN ASSENEDE en zoo menig ander hoofsch dichter van vroegeren tijd is POTTER het eens, dat geen recht begrip van liefde kan wonen in "rude menschen van grover aert": boeren, visschers, slagers, smeden, spitters en delvers, monniken, schippers en allerlei ambachtslui zijn nooit door de liefde ten verderve gevoerd. Toch maakt hij ééne uitzondering en wel voor hen "die van naturen edel sijn" en die hij plaatst nevens de lieden "van goeder gheboort". Hij kan zich wel voorstellen dat een minnend paar waant in het bezit te zijn van "een graal van zaligheid". Minachtend laat hij zich uit over huisbakken jongens die te dikhuidig zijn om de liefde te begrijpen. Overal houdt hij in zijn werk de eer hoog. Zijn kieschheidsgevoel is reeds vrij ontwikkeld: bij verhalen als dat van PASIPHA

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek