Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Denk ereis 'n kaartje uit, Goedele, van de éen en twintig die 'k hier openlegge ... toe ... Hare genegenheid deed hem deugd, omdat hij die gebruiken kon als een ernstige belangstelling in zijn doening. Hij vroeg: Hebt-ge ze alreeds? Ja ik, zei Goedele met een zucht, al leunend op hare ellebogen.
"Nou kaik! hoe kan een mensch zoo teugens zen aigen zelvers wezen?" riep hij in verbazing uit: "geen geld te trekken van een huisje! Neen! as het zoo most wezen met de weuning, die ik hier op 's Gravenland heb staen, die ik van mijne vrouws mortje geürven heb, weet je, of aigenlijk men vrouw dan, wil ik ereis zeggen, dan verkoft ik het gauw, in dat geval."
"Ik zou wel ereis vragen, in dat geval, wil ik zeggen, of de Czaar van Rusland weer in het land is." "Wel neen!" was het antwoord: "hoe komt gij daar aan?" "Nou kaik! Hoe kunnen zij de menschen dan zoo foppen?" en hij gaf een verhaal van 't voorgevallene te Soest, hetwelk ik achterlaat, daar het niemand vermaken zoude, dit tweemaal te hooren, doch waarin onze dames ongemeen veel behagen schepten.
De hond jankte even en trok zijn pootje terug, een beweging die zijn vriendin deed zeggen: „’t Is zonde, da’s waar ook, je heit een zeeren poot, en dat is notabene de schuld van je eigen baas: hij most z’n eigen schamen om jou zoo te schoppen. Kom hier, m’n beessie, ik zal je ereis wrijven; dan wordt ’t beter.
"Wel wat zeg je van dat weertje, Schipper?" vroeg Sander. Ik keek ereis rond: "wat zal ik zeggen?" zei ik zoo: "'t is mooi donker en ik hou niet van zoo'n hooge zee zonder dat men wind voelt." "De zee is den gansenen nacht al hooger geworden," zei Sander: "en het zwerk hangt laag."
Ik was maar 'ereis nieuwsgierig hoe hij zich houen zou; maar ik mot zeggen, hij was niet bang ook, in dat geval!" en bij deze loftuiting voegde hij een vleiend knikje.
"We wouen er met uwés permissie nou wel ereis haring of kuit van hebben," voegt vrouw Juttner er bij. "Zoo!" Mijnheer Verhagen ziet den knaap strak aan, die zonder zich om iets of iemand te bekommeren zijn rozijntjes eet en onnoozel rondziet.
Jan trok haastig zijn jas aan, zette in vergissing den hoed van zijn patroon op en holde den winkel uit; onder ’t heengaan wierp hij nog een blik op den bezoeker en pruttelde in zich zelf: „’t Is me toch precies alsof ik dien snuiter al ereis meer heb gezien.” Toen de knecht vertrokken was, vroeg Bommers: „Nu, meneer?”
Kijk z’n oogen ereis, en z’n neus vol krabbels: hij is in den slag geweest! Wel! Wel! wat is ie mager geworden! Nou! die weet, dat ie een slippertje heit gemaakt.”
Eindelijk, den zesden dag geloof ik, liet men ons op het dek hijschen. Ik keek ereis rond om de hoogte te nemen; maar Joost haal me zoo ik de plaats herkende, waar wij ons bevonden: en dat was nogal natuurlijk, daar ik er nooit geweest was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek