United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ze bij het land kwamen, kwam Katerliesje in de hoogte en rekte zich uit. »O, de duivelriep de dominee, en ze holden allebeî weg, en de dominee kon met zijn zeeren voet nog harder loopen dan de man, die hem had voortgeduwd met zijn heele beenen. Er waren eens twee broeders: een rijke en een arme.

Deze en dergelijke bezweringen of besprekingen worden vooral toegepast bij verwondingen, verrekkingen, verstuikingen en spierpijnen. De strieker legt somtijds wat zeep op den zeeren enkel; dan zet hij de pet af, zegt de bezweringsformule en strijkt op bepaalde wijze over den enkel.

De hond jankte even en trok zijn pootje terug, een beweging die zijn vriendin deed zeggen: „’t Is zonde, da’s waar ook, je heit een zeeren poot, en dat is notabene de schuld van je eigen baas: hij most z’n eigen schamen om jou zoo te schoppen. Kom hier, m’n beessie, ik zal je ereis wrijven; dan wordt ’t beter.

Zoodra de doos openging, pakte de kever hem bij den vinger en beet hem. Daarop werd het beest natuurlijk weggeknipt en de kever vloog door de kerk en viel daarna op den rug, terwijl Tom den zeeren vinger in den mond stak. Intusschen bleef het diertje hulpeloos liggen, buiten staat zich om te keeren. Tom oogde hem met een blik vol verlangen na, maar de kever was buiten zijn bereik.

"Da's de eerste rol, me eerste misstap..." Glorieuselijk en volkomen in z'n spel draaide de vagebond z'n snorren op, met de andere hand aldoor aaiend over z'n zeeren voet; den verhongerden dwepers-kop rood aangegloeid, de oogen vervoerd. Den volgenden ochtend vertelde de zwerver weer verder.

Zoo ten minste scheen het Wronsky toe, als een mensch met een zeeren vinger; al gaat hij er nog zoo voorzichtig mee om, overal stoot hij er zich mede. Het verblijf in Petersburg was voor Wronsky nog pijnlijker door de omstandigheid, dat hij Anna in een geheel nieuwe, voor hem onbegrijpelijke stemming zag. Nog pas op hem verliefd, werd zij terstond daarna koud, prikkelbaar en ongenaakbaar.

't Lokkig schaapjen sterft in 't bleiten, En de geiten Vallen voor den herderstok; Waar de bouwer ploegt al wakker, Ziet hij 't akker- Vee begraven onder 't jok. Nu drukt hun de hand des Heeren Weêr met zeeren, Met onreinig puist gedoornt , Menschen ende beesten woelen, En bevoelen 's Hemels grimmigheid vertoornd.