United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij overwonnen heldhaftig met kauwen 't weerspannige vleesch en verklaarden dat het heel lekker was. Alleen Elsatje vond het wat taai en snoepte maar liever uit haar bonbondoos. Zal je ons dus gauw over het hondje schrijven? vroeg de generaal, haar zacht blond hoofdje aaiend. Elsatje, den mond vol met zoetjes, beloofde 't plechtig.

"Da's de eerste rol, me eerste misstap..." Glorieuselijk en volkomen in z'n spel draaide de vagebond z'n snorren op, met de andere hand aldoor aaiend over z'n zeeren voet; den verhongerden dwepers-kop rood aangegloeid, de oogen vervoerd. Den volgenden ochtend vertelde de zwerver weer verder.

"'k Zie nog geen scheet!..." "Ken die niet sinke?" vroeg Saartje, handjes in uitgebaggerde modder. Jan antwoordde niet, zacht schrapjes aaiend in den drekpoel beneden. Moos, 't ziekelijk kind in 't pompadour jurkje, dat tot nu toe gewriemd had aan 't bloemkoolblad, was billen-wrijvend over de steenen gekikkerd, tusschen Saartje en Meijer.

De hand, waarmede hij het adres schreef, was niet heel vast, doch hij kreeg het toch op het papier en ging naar beneden om de straatdeur open te doen en klaar te zijn als de knecht van den poelier kwam. Terwijl hij daar op diens komst stond te wachten viel zijn oog op den klopper. "Van dien klopper zal ik houden zoolang ik leef!" riep Scrooge uit, den klopper met zijn hand aaiend.

En met den rug naar 'm toe, ongevoelig voor de poes die rugjes gaf aan 'r slaphangende hand, zei ze eentonig: "...As ze steene andrage en as ze pale sjorre dan wète ze dat de dooi komp." "Ja, dat zal wel", zei hij, de poes aaiend. "Dat zal wel", sprak ze na: "en dan gane ze weer metsele"... "Ja", zei hij, in den toon van 'n praatje zonder doel.

Zijn hand lag tastend in split van 'r rokken, aaiend bewreef 't dradige keper dat omspande 'r magere billen. "Nou Joozep!", klaagde ze nattig van lippenbeweeg: "nou, zit nou stil!" en grijpend een dop uit den zak, riep zangrig ze uit: "Vijf!... Nommertje vijf!"... "Krijg kramp in je lijf," rijmde Joozep, 'n cursausche amandelschil schuivend naar 't nummer.

O, graag, meneer, antwoordde het kind blozend, met een eigenaardigen, vreemd-klinkenden tongval. De generaal nam Rikiki uit zijn mandje en zette hem op de knieën van 't verrukte kind. Hoe heet het, meneer? vroeg zij dadelijk, het hondje aaiend. Rikiki, glimlachte de generaal. Rikiki! Rikiki! herhaalde zoetjes het verrukte kind, onophoudelijk het warrelkopje streelend.