Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
SPOEL. Geef mij de rol van den Leeuw ook! Ik zal brullen, dat het ieders hart goed zal doen mij te hooren; brullen zal ik, dat de hertog zal zeggen: "nog ereis brullen! nog ereis brullen!" DISSEL. Als je het al te vreeselijk deedt, zou je de hertogin en de dames laten schrikken, dat ze aan het gillen raakten; en dat zou genoeg wezen om ons allemaal aan de galg te brengen.
"Waarachtig niet!" "Nou 'k heb 't dan wel eens anders gehoord: ze hebben me ereis verteld, dat jij er niet vies van bent om goed te koopen, dat op den kop is getikt. De juffrouw, die beneden me woont, zei ten minste: "Ik heb uwé met dien ouwen Strijkman zien loopen; hoe je aan dien vent komt, begrijp ik niet: uwé is zoo'n bedaard, stil, ordentelijk mensch, en hij..." "Ze kent me niet eens!"
"Hij moest ereis komen," zeide Koenraad, spottende, terwijl hij een abrikoos in den mond stak: "dat zou hem geraden wezen; daar Hein! dat 's voor jou!" en hij wierp hem den steen toe. Hierover verontwaardigd, sprong Joan over de heining, liep op Koenraad af, en greep hem bij het been. "Je meugt niet stelen!" riep hij, "en veel minder Hein uitlachen, die veel beter is dan gij.
"Gij komt hier om te antwoorden: en niet om vragen te doen," zei hij, met een barsche stem, terwijl hij de wenkbrauwen samentrok. "Hoe oud zijt gij?" "Vijf en veertig jaar," zei ik weer, terwijl ik mijn kop krabde. "Hoe kwaamt gij op dat Spaansche schip verzeild?" vroeg hij alweer. "Wel!" zei ik: "dat wil ik wel ereis vertellen:" en zoo zei ik hem de gansche waarheid, van stukje tot beetje.
Een plaag voor de buren, maar een stumperd; ik geef hem wel af en toe ereis een boterham of een kliekje, omdat hij er soms zoo akelig hongerig uitziet; maar ...." "Al goed, vrouwtje," en tot de omstanders gewend, vervolgt de medicus: "Laat het lijk dadelijk naar 't politiebureau brengen; over een half uur ben ik er zelf." Vijf, zes stemmen verzekeren den meester, dat er niets aan mankeeren zal.
Je vader is hier in 't zeegat over boord geslagen en verdronken, en je moeder is vandaag voor eene week gestorven. Ze zeggen van verdriet! Maar zeg, wil-je nou niet ereis?" "Wil-je nou niet ereis?" Wie zou nu lust in 't vechten hebben? Maar hij kon het wel zeggen om mij te plagen en daarom vraagde ik: "Maar zeg, Witte, is het waar?" "Als je me niet gelooft dan begin ik dadelijk!
"Een jong gezel, die deftig gekleed gaat en geen handwerk uitoefent!" zeide Tante, het hoofd schuddende: "ik hoop maar, dat daar niets achter schuilt." "Ja! in dat geval, wil ik ereis zeggen," zeide Roggeveld eenigszins onthutst: "as er ietwes after school, had ie gauw bij mij afedaan: maar dat's tot darentoe.
Maar weer, midden in dat denken, visioende in-eens voor zijn ziele-blik zijn zitten op die vensterbank over zijn moeder en hij hoorde haar blanke stem vertellen: Daar was ereis een groote koning, heel rijk en machtig, die van niemand anders hield dan van zich zelf.... En hij schaamde zich plotseling met een diep gevoel van wijd gemis....
Stap maar in; maar ’t is dubbel tarief na elven. Weet u ’t?” „Daar vraag ik je niet na, Autómedon.” „Zeg ereis, meneer, als je me uitscheldt, rij ik niet.” „Die is goed. Ha! ha! Heel goed!” „Kom, stap nou maar in, ’t is al mooi laat.” „Verduiveld! Die ouwe kast van jou draait. Hou ’m recht, kerel! Dat’s zot, dat’s
„Wat weêrga, laat ’m dan gaan werken: wij moeten ’t toch ook doen.” „Hij werken? Kijk ’m ereis goed an: daar is ie veel te petieterig voor.” „Hum ja! je hebt gelijk: daar is hij te miserabel voor.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek