Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
"We doot kuultjen scheeten" zeg Batjen, "Oa wat! weês toch wîzer, we doot oetsmîten, want van de meete is mie niks weerd; doar hek gisteren toch zoo mee verknold," zeg ten dikken Bennad. ,Vîve an, wée dut er mee?" schreeuwt Lulefken. "No, too dan moar," zeg Batjen, "dan wil ik 't laatste oetsmîten, heur!"
De gevangenen moedigden hen in 't drinken aan, en toen eindelijk de waggelende wachter hen in hun slaapvertrek had opgesloten, kon men het snurken der dronken in den dut gevallen feestvierders in de gewelven met een zware echo hooren weerschallen. Toen alles rustig was, gaf de bediende van den professor het teeken tot opstaan.
"Hou nou je groote babbelbek maar es dicht," zait Griet. "Deer hê-je een avvekaatje." "Zoip, zwager, oome Jan is jarig!" Meteen neme ze elk een ferme wup oit er glassie. Nou kwam er an 't kakele gien end. De ien wist dut, de aar dat. Die praatte over der man, die over der lieve kind; de ien over der buurwaif en de are over de dure taid.
Hij mag blij zijn, dat de plaatsmajoor de ronde niet heeft gedaan." Goedhartig wekte hij hem. "Vooruit kerel! uit den dut. 't Is goed dat jou de Duivel niet gesnapt heeft." Verschrikt was de soldaat opgesprongen. Hij was niet in staat, om een woord te zeggen, want de angstige werkelijkheid, dat hij ternauwernood den dood ontgaan was, deed hem den roes vergeten.
Het was warm, zelfs drukkend weer; ik had de beide vorige nachten geen oog toegedaan en was nu eindelijk, ten gevolge van de hitte, in den dut geraakt, toen ik mij opeens bij den arm voelde trekken en mij een barsch: "Komaan, Mijnheer! gij moet er uit!" hoorde toeduwen.
"Wat ik woû? herhaalde de waard, zijn zwaarlijvige gedaante tusschen ons beiden instellende: "ik woû, dat je dut heerschap daar met vrede liet. De man heit jou ommers geen stroobreedte in den weg 'eleid! Ga zitten en drink je zoopje: je ziet ommers dat het je portuur niet is."
Onder geschreeuw en gefluit, gegraaf en gewroet, geklauter en getwist gaat de morgen voorbij; als het heeter wordt in 't bosch, maakt de bende aanstalten om een geschikte plaats voor een middagslaapje te vinden. Zoodra een gunstig gelegen boom of een schaduwrijk heesterboschje gevonden is, gaat ieder hunner zoo gemakkelijk mogelijk op een tak liggen en dut in.
Alice sprak met zulk eene opgewondenheid, met zulk eene hoop en geloof in de kracht der wetenschap, en ook in de kunde van Cyprianus zelven, dat het hart van den jongen man zich als met een verkwikkenden dauw gedrenkt gevoelde. Jammer, doodjammer, in dit oogenblik ontwaakte John Watkins uit zijn dut en vroeg berichten omtrent de Vandergaart-Kopjesmijn.
Je zou zweren dat 't vlakbij was." "Krijg u 't koud, tante?" "Ja, 't is altijd koel an 't strand 's avonds." "Jongen, jongen, wat komt 't water opzetten!" "Zou oom geen kou kunnen vatten?" "Welnee. Die dut hier elken avond." "Zou z'n sigaar niet kwaad kunnen?" "Z'n sigaar. Waar is z'n sigaar?" "Hij heeft 'm laten vallen." "Nee, niet meer oprapen, Cor, nou rook-ie 'm toch niet meer."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek