Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Waarlijk gij zijt geschikter voor de kermis dan gij denkt, en ik zou lust hebben er u rond te leiden en aan alle vroolijke feestvierders te laten kijken als "mijn dierbaren vriend Augustijn, lang één el, zeven palm, oud 26 jaren, een volmaakten kwast, maar van het schuwe soort.
't Was over tien. Alfons nam zacht Rozeke's hand en fluisterde dat 't tijd werd om naar huis te gaan. Het vuur verflauwde, enkele feestvierders trokken reeds zingend langs de donkere wegen huiswaarts en Rozeke's broeders stonden met harsfakkels klaar om de jonggehuwden naar het huis van Alfons' oude moeder, waar zij hun intrek zouden nemen, te begeleiden.
Sedert het begin van de feestelijkheden stroomt het van feestvierders naar de hoofdstad, uit het sultanaat niet alleen en uit het andere vorstenland, Soerakarta, maar uit al de omliggende residenties, Madioen, Kediri, de Kedoe.
En wat was toch de oorzaak harer droefheid? Zij stond daar even over te peinzen, vaag luisterend naar 't verwijderd, fijn gezang der kinderen, die nu reeds op een andere hoeve waren. Maar de feestvierders daarbinnen klaagden luid dat ze 't koud en ongezellig maakte en dat ze weer moest binnen komen. Haastig sloot zij de deur en kwam rillend terug bij den haard.
Een vage wit-gele gloed, als van ononderbroken verre weerlichten, flitste dansend in 't verschiet op de boomstammen en heesters bij een bocht van den weg; het werd al lichter en al grooter in een steeds hooger en zwaarder opdreunend geraas, en plotseling fonkelde de flikkerstraling van twee groote, gele vuuroogen in 't zwarte van den nacht, oogen als van een onbekend, reusachtig vuurbeest, dat blazend en snuivend in brieschende woede op de feestvierders kwam losgestormd.
Wat was het toch alles anders geworden dan zij vroeger had gedacht? Waar was de blijde zomeravond waarop zij van haar huwelijksreis met Alfons uit de stad terugkwam? Waar waren de bloemen? waar was het meisje dat haar een gedichtje voorlas? waar waren de vroolijk-joelende feestvierders om het rood-oplaaiend vuur?
Allengskens aan werd de grond vettiger, en na nog een schraal mastboschken doorgereden, zagen ze, ginder beneden, in de helderheid de Nethe blinken; en dáár lag het schip. Ze vlogen de zoete helling af. Als ze daar gekomen waren mocht de knecht, die het schip bewaakt had, met een handsvol drinkgeld naar de feestvierders gaan.
De gevangenen moedigden hen in 't drinken aan, en toen eindelijk de waggelende wachter hen in hun slaapvertrek had opgesloten, kon men het snurken der dronken in den dut gevallen feestvierders in de gewelven met een zware echo hooren weerschallen. Toen alles rustig was, gaf de bediende van den professor het teeken tot opstaan.
Als u dan de oogen schemeren, feestvierders, van al de vlaggen, die uit de huizen wapperen, als uw mond lusteloos toevalt, van het aangapen van al de pracht en weelde, als u de knieën knikken van de vermoeienis, die gij staande en loopende hebt opgedaan, naar de koffiehuizen dan, naar de koffiehuizen! Ziet gij dien stoet daar uit de deur komen?
En hij zag ver van zich menschen komen, zacht zingend sloegen ze zijstraten in; maar achter hen volgden anderen, en toen was hij opnieuw tusschen menschen. Groepen van naar huis keerende feestvierders gingen aan hem voorbij, mannen en vrouwen. Moê en òp sjokten ze voort; aan elkaârs armen hingen ze, saâmgeregen, steun zoekend voor de slappe knieën en zwaaiende bovenlijven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek