Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


"Vooruit, niet zeuren!" riep Dik. "Er over!" Wip! Jan Vos was aan den overkant. Wip! Wip! Dik en Piet van Dril waren er ook. Jan van Bakel sprong niet. Hij scheen verbouwereerd te zijn. "Spring dan toch!" riep Dik. Daar sprong hij; maar in zijn angst keek hij eerst nog even om, of Geurs al dicht achter hem was, en dat was zijn ongeluk.

"Ja," zei Dik, "maar die tralie is er." Piet van Dril, wiens vader smid was, vatte het ijzer aan, en begon er met kracht aan te trekken. "'t IJzertje zit goed vast, Piet?" vroeg Dik. "Niet erg!" antwoordde deze. "Ik kan het gemakkelijk heen en weer bewegen. De bout is sterk genoeg, maar het kozijn niet. Dat is al tamelijk vermolmd. Heb-je geen mes?"

Jan Vos en Piet van Dril waren bij hem op visite, en Anneke had anijsmelk gekookt, tot groote vreugde van Jan, die zijn vriendje Karel ook bij zich mocht hebben, en bizonder veel van anijsmelk hield. 't Was een recht prettige avond, want de drie oude vrienden zaten te praten over hunne kinderjaren, en de twee jongens luisterden met open mond naar hetgeen er verteld werd.

"Ik geloof er trouwens ook niets van, dat hij er aan schuldig is. Maar 't is toch wonderlijk, dat de dief zoo lang met zijne diefstallen kan doorgaan, zonder betrapt te worden. Flipsen loert avond aan avond op hem, en hij is waarlijk toch niet voor de poes." "Neen, dat geloof ik ook!" zei Piet van Dril lachend. "Daar weten wij van mêe te praten, ?

"Geef hem zijn portie, Frans!" schreeuwde Klaas Zwart uit de verte. "Als je 't alleen niet afkunt, zal ik je wel komen helpen." "Daar moest je 't hart eens toe hebben," riep Karel van Dril terug. "Dan krijg je 't met mij te doen."

De menschen, die hem tegenkwamen, hielden hem staande om hem geluk te wenschen en de hand te drukken, en Piet van Dril stak zijn zwarte gezicht buiten de deur van de smederij, toen Dik daar voorbijkwam, zwaaide met zijn vette, glimmende petje, en riep driemaal: "Hoezee! Leven Dik en zijne bruid!"

"Willen wij dat morgen ook eens gaan doen?" vroeg Karel aan Jan. "Wij hebben dan toch den heelen dag vrij." "Ik vind het best," zei Jan. "Graag zelfs. Van Dril, heeft u voor ons elk ook een sikkel? Dan gaan wij morgen op de vangst." "Zeker wel, jongens, er liggen oude sikkels genoeg in de smederij.

En hij besloot voortaan in die richting te zoeken. Jan Trom merkte op, dat Flipsen hem telkens onderzoekend aankeek, als hij hem tegenkwam. Eens, toen hij met zijn bokkenwagen bij Van Dril vandaan kwam, schoot plotseling Flipsen op hem af, en vroeg hem: "Waar kom jij vandaan?" "Van Van Dril," zei Jan. "Zoo, wat heb je daar gedaan?" "Eventjes in de smederij gekeken," was het antwoord.

De straatbengels hadden veel pret. Papiertjes vlogen .... He-wel! zei zoetjes Pastoor Doening, wat zult ge zooal vertellen, mijn kind? Wat? vroeg Francine verwonderd, van alles! Dat ik genezen ben. Dat wij geen rijtuig genomen hebben, omdat ik zoo dolgaarne in den wind dril. Dat hij nu maar gauw moet vrij zijn ....

Jan kwam nader en sprong ook over de sloot. De jongens gingen behoedzaam verder den boomgaard in. "Hier!" riep er een. "Kijk eens, wat een prachtige appelen! De boom zit propvol!" "Hier ook," riep Karel van Dril een eindje verder. "Kom hier, Jan, hier zijn peren."

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek