Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Ze stonden voor het huis, zij had den sleutel. Langzaam, een beetje stroef en knarsend ging de deur naar achteren open.... Binnen, in 't portaaltje, was 't al schemering, grijzige schaduw op de kille kalken wanden.... Er lagen nog geen matten en geen looper.... Het was het bovenhuis, ze gingen de houten trap op, die hier en daar een krak gaf onder hun hol-harde voetgestap.... Een hooge trap..., dan weer een gang, vreemd-leeg en doodsch in 't halve licht dat door een bovenraam van matglas en door de openstaande deuren kwam.... Ze zouden eerst vóór gaan zien, de groote voorkamer....
»Dat geef ik toe, cher comte" antwoordde de schilder, »ik had uw raad moeten volgen en er niet gaan; maar verschoon mij, ik wantrouwde een weinig uwe aristocratische vooroordeelen en de informaties, die gij genomen hadt in een kring, waar men al heel licht een kunstenaar in den socialen ban doet, omdat hij zijn haar wat langer en zijn jas wat korter draagt en zijn hoed wat scheever zet, dan de gens comme il faut; ik voor mij geloofde niet het recht te hebben zóó preutsch te zijn. Ik stelde mij voor luidruchtig enthousiasme, de vrije, soms wat losse toon van den kunstenaarskring, een weinig bohême, zooals ik het menigmaal heb bijgewoond; al wachtte ik juist niet dat men de bougies op wijnflesschen zou plaatsen, een punch monstre zou scheppen uit eene waschkom, om de twee één glas en Mimi Pinson, die den vroolijken wildzang met de scherven van gebroken borden als castagnetten accompagneert. En nu wat vond ik?" De schilder zuchtte en werd ernstig. »Op een bovenhuis al de pretensie van een aristocratisch salon, twijfelachtige elegantie van verkleurde purperen gordijnen, en meubelen van fluweel en ebbenhout, die kraakten en rammelden en er verlept uitzagen als in eene uitdragerij. Eene receptie koud en complimenteus, of de man in kwestie een diplomaat ware geweest; een knecht met een fieltengezicht en eene verweerde livrei, die hem niet paste en zeker bij den costumier van het theater geleend was, presenteerde de thee, geschonken door de dame des huizes, eene musicienne, zooals zij zich noemde, die ik voor eene verkleede paardrijdster aanzag; maar die dubbelzinnige luxe, die voorname naäperij late ik daar, ik zou er over gelachen en er mij in geschikt hebben, zoo de medegenoodigden waren geweest wat ik had gewacht. Maar juist hier vond ik stof tot ergernis. Hoewel ik laat genoeg kwam om het gezelschap voltallig te achten, zag ik er geen enkelen kunstschilder van mijne kennis, maar wel allerlei personen met welke ik geen den minsten lust gevoelde kennis te maken. Jonge secretarissen van gezantschappen, die zich diplomaten noemden. Wee het land! welks belangen door hen moeten worden voorgestaan, die zeer galant maar zeer vrijpostig omgingen met eenige dames uit dien kring, chanteuses van den tweeden rang, die gekleed waren als prinsessen, en zich een air de protection gaven (de diplomaten, niet de dames) tegenover de schilders, die ik hier aantrof; kunstenaars, wier werk op iedere tentoonstelling was geweigerd en die het in dezen kring aan den man zochten te brengen, muzikanten en heeren, die de chronique scandaleuse van den dag schreven en zich voor letterkundigen wilden doen doorgaan; in één woord, een wereld, waarin ik mij vreemd voelde en die mij niets dan smartelijke indrukken gaf; toch zou ik er nog zijn gebleven, indien niet de gastheer mij aan een persoon had voorgesteld, dien ik in het buitenland had leeren kennen en die mij het recht gaf om zonder langer verwijl heen te gaan, zonder adieu en bovenal zonder
Heel nette menschen met kleine traktementjes bewoonden er een huis of een eerste of tweede bovenhuis. Er was geen vertrouwelijkheid in de buurt. Ieder bewaakte er angstvallig zijn stand achter lage gordijnen en gesloten deuren. Je kwam niet bij malkaar over huis. Op straat sprak je ook niet met mekaar.
Het is Maandag, de zes-en-twintigste Mei 1578. Van achter de in lood gezette vensterruiten van zijn bovenhuis, gluurt meester Henrik Dirkszoon naar den Dam. Het is daar op Maandag altijd druk en woelig: de boeren en buitenlieden zijn er als altijd met kaas en zuivel op de markt, en de waagdragers zijn er bij de hand aan de in 1560 voltrokken nieuwe Waag.
Betsy, nu meestal kortaf onder den naam van juffrouw Muller bekend, was begonnen met pianolessen te geven aan freule Albertine van Berenvelt. De proefneming was zóó wel geslaagd, dat zij spoedig bij aanzienlijke familiën werd aanbevolen, en in den regel vijf of zes uren per dag les gaf. Zij leefde onbezorgd met hare moeder op een eenvoudig bovenhuis aan den Lutherschen Burgwal.
Hij moest thee gaan drinken bij mevrouw Muller Belmonte op een bovenhuis van den Lutherschen Burgwal, want Betsy zou hem aan hare moeder voorstellen. André zorgde er voor met gepaste deftigheid op te treden. Hij was geheel in 't zwart, toen hij onder eene lichte hartklopping aanschelde, en eenigszins gejaagd de trap opklom.
Sinds ik het verliet, heb ik mij nooit meer gelukkig gevoeld." »Dat komt omdat het u aan werkzaamheid heeft ontbroken." »Dat is maar al te waar, ik voel dat ik al doffer en suffer word, sinds ik hier op dit bovenhuis zit te verroesten."
Ben jij iemand om met een paar ellendige duizend gulden met een vrouw een geheel jaar van Januari tot December te moeten doortobben! Ja, jij zal wat! vervolgde zij opgewonden en bijna boos, toen hij haar in de rede wilde vallen, en zij rees driftig van haar fauteuil op. Ik zie je al op een klein bovenhuis met zeker eens in de week een biefstuk, hè?
De meid treedt binnen, en met zekeren schroom nader komende, neemt zij het briefje, belooft het terstond te zullen bezorgen én verzekert dat ze zeer goed weet waar het wezen moet; dicht in de buurt, circa tien deuren ver, op het groote bovenhuis.
De heer Verburg bewoont nu met zijne dochter een ruim bovenhuis, eene eerste verdieping op een stillen, maar deftigen stand. Meubelen, gordijnen, behangsel, alles ziet er degelijk en fatsoenlijk uit. Orde en smaak heerschen er als voormaals in het prachtige eigen huis te E. Het is waar, de huiskamer is salon tegelijk, maar waartoe eene eetzaal als men geen menschen ziet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek