Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


In de Inlandsche maatschappij hebben we Goddank, nog den drankdemon niet te bestrijden maar ik vrees, ik vrees, dat als eenmaal vergeef me de Westersche beschaving hier burgerrecht heeft verkregen, wij ook met dat kwaad te kampen zullen hebben. De beschaving is een zegen, maar zij heeft ook haar schaduwzijden. De zucht tot naäperij is den mensch aangeboren, geloof ik.

De neiging tot vooruitgang kan zich daarentegen veropenbaren, als opofferende liefde voor menschheid, wetenschap en geloof; als verstandelijke bespiegeling over verhevene en duistere onderwerpen; als onpractische plannenmakerij; als dwaze naäperij van maatschappelijk hooger verheven personen.

Als men door dat nadoen zich zelf bespottelijk maakt, spreekt men van ~naäpen~. Vele dienstboden gaan even modieus gekleed als haar mevrouwen, al moeten zij ook een groot deel van haar loon voor deze ~naäperij~ opofferen. ~Navolgen~ geeft altijd een gunstige beteekenis; het duidt aan, dat iemand in dezelfde goede richting werkzaam is, waarin een ander hem is voorgegaan of voorgaat.

Hij was hierover geërgerd, doch niet zoozeer omdat de schim weg was, maar omdat hij wist, dat er een geschiedenis was van een man zonder schim; alle menschen in zijn vaderland waren met deze geschiedenis bekend; en als de geleerde man nu in zijn vaderland terugkwam en zijn eigen geschiedenis vertelde, dan zouden zij zeggen, dat het maar een naäperij van hem was, en dat wilde hij liever niet van zich laten zeggen.

»Dat geef ik toe, cher comte" antwoordde de schilder, »ik had uw raad moeten volgen en er niet gaan; maar verschoon mij, ik wantrouwde een weinig uwe aristocratische vooroordeelen en de informaties, die gij genomen hadt in een kring, waar men al heel licht een kunstenaar in den socialen ban doet, omdat hij zijn haar wat langer en zijn jas wat korter draagt en zijn hoed wat scheever zet, dan de gens comme il faut; ik voor mij geloofde niet het recht te hebben zóó preutsch te zijn. Ik stelde mij voor luidruchtig enthousiasme, de vrije, soms wat losse toon van den kunstenaarskring, een weinig bohême, zooals ik het menigmaal heb bijgewoond; al wachtte ik juist niet dat men de bougies op wijnflesschen zou plaatsen, een punch monstre zou scheppen uit eene waschkom, om de twee één glas en Mimi Pinson, die den vroolijken wildzang met de scherven van gebroken borden als castagnetten accompagneert. En nu wat vond ik?" De schilder zuchtte en werd ernstig. »Op een bovenhuis al de pretensie van een aristocratisch salon, twijfelachtige elegantie van verkleurde purperen gordijnen, en meubelen van fluweel en ebbenhout, die kraakten en rammelden en er verlept uitzagen als in eene uitdragerij. Eene receptie koud en complimenteus, of de man in kwestie een diplomaat ware geweest; een knecht met een fieltengezicht en eene verweerde livrei, die hem niet paste en zeker bij den costumier van het theater geleend was, presenteerde de thee, geschonken door de dame des huizes, eene musicienne, zooals zij zich noemde, die ik voor eene verkleede paardrijdster aanzag; maar die dubbelzinnige luxe, die voorname naäperij late ik daar, ik zou er over gelachen en er mij in geschikt hebben, zoo de medegenoodigden waren geweest wat ik had gewacht. Maar juist hier vond ik stof tot ergernis. Hoewel ik laat genoeg kwam om het gezelschap voltallig te achten, zag ik er geen enkelen kunstschilder van mijne kennis, maar wel allerlei personen met welke ik geen den minsten lust gevoelde kennis te maken. Jonge secretarissen van gezantschappen, die zich diplomaten noemden. Wee het land! welks belangen door hen moeten worden voorgestaan, die zeer galant maar zeer vrijpostig omgingen met eenige dames uit dien kring, chanteuses van den tweeden rang, die gekleed waren als prinsessen, en zich een air de protection gaven (de diplomaten, niet de dames) tegenover de schilders, die ik hier aantrof; kunstenaars, wier werk op iedere tentoonstelling was geweigerd en die het in dezen kring aan den man zochten te brengen, muzikanten en heeren, die de chronique scandaleuse van den dag schreven en zich voor letterkundigen wilden doen doorgaan; in één woord, een wereld, waarin ik mij vreemd voelde en die mij niets dan smartelijke indrukken gaf; toch zou ik er nog zijn gebleven, indien niet de gastheer mij aan een persoon had voorgesteld, dien ik in het buitenland had leeren kennen en die mij het recht gaf om zonder langer verwijl heen te gaan, zonder adieu en bovenal zonder

Ik twijfel er niet aan of zij wisten er zich ongemeen te vermaken, maar waarin bestaat, wel beschouwd, hunne zoo hoog geprezene verfijning? Immers grootendeels in loutere navolging, wij zouden bijna zeggen naäperij van de gewoonten, vormen en spraakwendingen der ouden. Leest hunne brieven en gedichten, althans, die, waarin zij hun best doen om zwierig of aardig bij uitnemendheid te wezen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek