Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Naar de galg met Teeuwis en Meeuwis , met Joost Buick! en Henrik Dirkszoon! Neen! de galg is nog tegoed voor hen." Deze en dergelijke zijn de onheilspellende kreten, die zij in 't voortgaan hooren uitboezemen.

Drie dagen na het opbreken van het beleg van Alkmaar smaakten de Nederlanders de vreugde eener nieuwe schitterende overwinning. Eene Spaansche vloot, 30 welbewapende schepen sterk, was onder bevel van den admiraal graaf Bossu de Zuiderzee binnengezeild, waar eene geuzenvloot van 25 kleinere vaartuigen, onder den admiraal Cornelis Dirkszoon, kruiste.

"Ik dacht waarlijk, dat men mij vergat," zegt hij, met een glimlach, terwijl hij zich in 't gelid stelt naast den Oud-Burgemeester Joost Buick: "'t schijnt, dat wij het spel kodielje kwijt zijn, mijne heeren!" "Dat kost gij onmogelijk denken, dat de zoon van Schout Bardes u vergeten zou, meester Henrik Dirkszoon!" duwt hem eene zware basstem toe.

Henrik Dirkszoon kan natuurlijk de beteekenis van het afgesproken sein niet weten, doch hij raadt die uit den kreet van verontwaardiging, die van den Dam uit duizend monden oprijst, uit het dreigend opheffen van gebalde vuisten, uit het zwaaien van hoeden en mutsen. Wat zal er nu gebeuren? De bende stelt zich in beweging en trekt op naar de Sint-Katrijne kerk.

De omzetting der regeering moest niemands leven kosten, en zoo was er ook last gegeven, de uitgezette personen aan den Sint Antoniesdijk aan wal en op vrije voeten te stellen. Wij, die onze wandeling tot Amsterdam beperken, volgen Meester Henrik Dirkszoon niet verder.

"Zij zullen mij toch niet vergeten?" vraagt Henrik Dirkszoon, halfluid en eenigszins verwonderd zichzelven af, terwijl de vrouwen nevens hem zich uitputten in bittere jammerklachten over hetgeen zij aanschouwen. En, als had men, van het plein af, de gedane vraag verstaan, een twintigtal burgers stelt zich in beweging en komt op het Huis de Mol aangetreden.

"Zult gij dan spotten tot in 't uiterste toe?" vraagt Buick, wrevelig: "waarachtig, men zou nog eindigen met te gelooven, dat hetgeen men u nageeft, waarheid is, en dat gij een anderen meester dient, dan wel behoorde." Henrik Dirkszoon haalt de schouders op en zwijgt: de uitkomst bewijst echter, dat hij zich in zijne berekening bedrogen heeft.

Het is Maandag, de zes-en-twintigste Mei 1578. Van achter de in lood gezette vensterruiten van zijn bovenhuis, gluurt meester Henrik Dirkszoon naar den Dam. Het is daar op Maandag altijd druk en woelig: de boeren en buitenlieden zijn er als altijd met kaas en zuivel op de markt, en de waagdragers zijn er bij de hand aan de in 1560 voltrokken nieuwe Waag.

Bij die vraag glimlacht Mr. Henrik Dirkszoon niet: hij ziet ernstig voor zich heen: hij is door den schakel zijner overpeinzingen tot den tegenwoordigen tijd teruggevoerd en berekent de kansen: hij laat zijn oog nogmaals over de volksmassa weiden, en, al hebben de meesten den rug naar hem toegewend, en al kan hij nauwelijks iets dan hoeden, mutsen en kapers onderscheiden, toch is zijn oog geoefend genoeg om vriend en vijand uit elkander te kennen.

In Juli van het volgende jaar koos Monnikendam, op het voorbeeld van Enkhuizen en andere steden in het Noorderkwartier, de zijde van den Prins van Oranje; de bevelhebber der geuzenvloot, die in 1573 den slag op de Zuiderzee won, Cornelis Dirkszoon, was uit Monnikendam geboortig.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek