Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


De man, die niet bemind wordt, zweeft als een gier boven de minnaressen van anderen; en ik richt aan de ongelukkigen, die weduwnaars zijn, de verheven proclamatie van Bonaparte tot het leger van Italië: "Soldaten, u ontbreekt alles. De vijand heeft wat u ontbreekt." Tholomyès zweeg. "Schiet eens in den adem, Tholomyès," zei Blachevelle.

Favourite hernam: "Ja, ik zou de wacht roepen! Meent ge, dat ik mij zou bedwingen, monster?" Blachevelle wierp zich in verrukking achterover op zijn stoel en kneep hoogmoedig zijn oogen dicht. Etende fluisterde Dahlia, temidden van het rumoer, Favourite toe: "Ge hebt uw Blachevelle dan wel heel lief?" "Ik!

Het vaderland eischt, dat we, evenals iedereen, familievaders, préfecten, veldwachters en raadsheeren worden. Vereert ons. Wij offeren ons op. Beweent ons snel en vervangt ons spoedig. Indien deze brief u het hart verscheurt, geef hem dan terug. Adieu. Gedurende bijna twee jaren hebben we u gelukkig gemaakt. Draagt er ons geen kwaad hart om toe. "Geteekend: Blachevelle. "Fameuil. "Listolier.

Hij aanbidt mij zoozeer, dat hij op een dag, toen hij mij beslag zag maken om koeken te bakken, zeide: "mejuffrouw, maak koekjes van uw handschoenen en ik zal ze opeten." Alleen kunstenaars kunnen iets zoo aardigs zeggen. O, hij is betooverend. Ik zou waarlijk haast op dien lieven jongen verzot worden. Ik zeg echter maar aan Blachevelle, dat ik hem bemin. Wel, wat zegt ge? kan ik goed liegen?"

Blachevelle beminde Favourite, dus genoemd wijl zij in Engeland was geweest; Listolier aanbad Dahlia, die den naam eener bloem had gekozen; Fameuil had Zephine, verkorting van Josephine, tot geliefde; Tholomyès had Fantine, bijgenaamd de blonde, uithoofde van haar schoon goudkleurig haar.

"De vrouw!" hernam Tholomyès, "wacht er u voor. Wee hem die zich aan het veranderlijk hart der vrouw overgeeft! De vrouw is valsch en trouweloos. Zij haat de slang uit broodnijd. De slang is de winkel aan de overzijde." "Tholomyès, ge zijt dronken!" riep Blachevelle. "Wel duivels!" zei Tholomyès. "Wees dan vroolijk," hernam Blachevelle. "Welnu, ik zal 't zijn," antwoordde Tholomyès.

Dit gaf aanleiding tot Blachevelle's vraag: "Wat zoudt ge doen, Favourite, zoo ik ophield u te beminnen?" "Ik?" riep Favourite. "O, spreek zoo niet, zelfs niet in scherts. Zoo ge ophieldt mij te beminnen, zou ik op u springen, u verscheuren, krabben, ik zou u in 't water gooien, u gevangen doen nemen." Blachevelle glimlachte met het welbehagen van een man wiens eigenliefde zich gestreeld voelt.

En Favourite, o nimfen en muzen! zekeren dag dat Blachevelle over de goot in de straat Guérin-Boisseau stapte, zag hij een mooi meisje met witte heldere kousen, dat haar beenen liet zien. Deze inleiding behaagde Blachevelle en hij was verliefd. 't Was Favourite, die hij beminde. O, Favourite, gij hebt Ionische lippen.

Het heeft den ganschen zomer geregend; de wind hindert mij; Blachevelle is zoo vreeselijk gierig; er zijn nog geen jonge erwtjes op de markt; men weet niet wat men eten zal; ik heb de spleen, zooals de Engelschen zeggen; de boter is zoo duur! en zie, 't is een gruwel, wij eten in een kamer waar een bed staat; dit doet mij van het leven walgen."

Deze Oscars heetten: de eene Felix Tholomyès, van Toulouse; de andere Listolier, van Cahors; de derde Fameuil, van Limoges; de laatste Blachevelle, van Montauban. Natuurlijk had ieder een minnares.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek