United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met die vijf francs ware hij gered geweest, herboren, en van de spleen, de eenzaamheid, de verlatenheid gered; hij knoopte den zwarten draad van zijn lot weder aan den schoonen gouden draad vast, die voor zijn oogen had gezweefd en wederom gebroken was. Wanhopend keerde hij naar zijn woning terug.

Un hypocondre Anglais de son spleen consumé, Un livide Espagnol par la bile enflammé, Le chanoine amaigri, scandale du chapitre, Les vaporeux titrés, les vaporeux sans titre.

De eerste de beste is een ellendige. Vrouw rijmt op ontrouw. Ja, ik heb het spleen, alleen nog door droefgeestigheid verergerd, met heimwee en hypochondrie er bij, en ik ben woedend en nijdig; ik geeuw en verveel mij, ik word stomp en dom. De duivel hale alles!"

Hoe heerschten ook daar trots, ijverzucht, toorn, gulzigheid en die zonderlinge lusteloosheid, welke de monniken van Heisterbach acedia noemden en die een middeleeuwsch prototype van spleen en weltschmerz schijnt te zijn geweest .

Telkens en telkens herlas Dorian Gray dit fantastisch hoofdstuk; ook de twee volgende, waar, als in tapijtwerk en email, de verschrikkelijke schoone beelden stonden van hen, die door zonde of bloed of spleen, monsterachtig waren geworden en krankzinnig.

Ik zit in vage avondstemming, geweven uit een beetje spleen, wat meer melancholie, en heel veel verveling op een bankje voor de Quai du Midi, daar waar de visschers van Nice hun barkjes omhoog, op de kade zelve, getrokken hebben, beducht voor boos weér, want de zee schuimt hoog op en de wind waait straf.

Toen deze hem zag binnenkomen, dacht zij eerst, dat het Hoffmann in zijn kostuum van lord Spleen was, en noodigde hem, daar zij een collega goed wilde ontvangen, uit bij haar te blijven déjeuneeren.

Het heeft den ganschen zomer geregend; de wind hindert mij; Blachevelle is zoo vreeselijk gierig; er zijn nog geen jonge erwtjes op de markt; men weet niet wat men eten zal; ik heb de spleen, zooals de Engelschen zeggen; de boter is zoo duur! en zie, 't is een gruwel, wij eten in een kamer waar een bed staat; dit doet mij van het leven walgen."

Hij had reeds sedert jaren aan toenemende »spleen" geleden, maar nu werd hij snel minder en tegen het einde van April werd ons meegedeeld dat hij hopeloos was en hij een laatste onderhoud met ons wenschte te hebben. Toen wij zijn kamer binnentraden, werd hij door kussens overeind gehouden, en ademde hij zwaar. Hij verzocht ons de deur te sluiten, en ons elk aan eene zijde van het bed te plaatsen.