Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Het vaderland eischt, dat we, evenals iedereen, familievaders, préfecten, veldwachters en raadsheeren worden. Vereert ons. Wij offeren ons op. Beweent ons snel en vervangt ons spoedig. Indien deze brief u het hart verscheurt, geef hem dan terug. Adieu. Gedurende bijna twee jaren hebben we u gelukkig gemaakt. Draagt er ons geen kwaad hart om toe. "Geteekend: Blachevelle. "Fameuil. "Listolier.

Op deze kronkelpaden des heuvels van het Pantheon, waar zooveel avonturen aangeknoopt en ontbonden worden, had Fantine Tholomyès lang ontvlucht, doch zoo, dat zij hem telkens weder ontmoette. Er is een manier om iemand te ontwijken, die veel van zoeken heeft. Kortom, de Idylle begon. Blachevelle, Listolier en Fameuil vormden een groep, waarvan Tholomyès het hoofd was. Hij bezat de geestigheid.

Na eenig zwijgen riep Fameuil: "Listolier en ik hadden zooeven een woordenstrijd, Tholomyès." "Een woordenstrijd is goed," antwoordde Tholomyès, "maar een twist is beter." "Wij disputeerden over de philosophie." "Zoo." "Aan wien geeft gij de voorkeur, aan Descartes of Spinoza?" "Aan Desaugiers," zei Tholomyès. Na deze uitspraak dronk hij, en hernam: "Ik wil leven.

Listolier en Fameuil, die in een discussie over hun professoren verdiept waren, verklaarden aan Fantine het verschil, dat er tusschen den heer Delvincourt en den heer Blondeau bestond. Blachevelle scheen opzettelijk geschapen, om des Zondags de shawl van Favourite op den arm te dragen. Tholomyès volgde als de meester der groep.

Hoe kon zij met zulke nagels werken? Die deugdzaam wil blijven, moet geen medelijden met zijn handen hebben. Wat Zephine betreft, deze had haar Fameuil veroverd door op zeer schalksche en verlokkelijke wijze: Ja, mijnheer! te zeggen. De jongelingen waren kameraden, de meisjes waren dus vriendinnen. Zulke minnarijen gaan steeds vergezeld van zulke vriendschappen.

Blachevelle beminde Favourite, dus genoemd wijl zij in Engeland was geweest; Listolier aanbad Dahlia, die den naam eener bloem had gekozen; Fameuil had Zephine, verkorting van Josephine, tot geliefde; Tholomyès had Fantine, bijgenaamd de blonde, uithoofde van haar schoon goudkleurig haar.

Een misnoegd gemor verhief zich in de groep. "Tholomyès, laat ons met vrede," zei Blachevelle. "Weg met den tyran!" zei Fameuil. "Leve Bombarda, Bombance en Bamboche! " riep Listolier. "'t Is Zondag!" hernam Fameuil. "Wij zijn nuchter!" voegde Listolier er bij. "Vrienden!" riep Tholomyès op den toon van iemand, die de teugels van het gezag herneemt.

Deze Oscars heetten: de eene Felix Tholomyès, van Toulouse; de andere Listolier, van Cahors; de derde Fameuil, van Limoges; de laatste Blachevelle, van Montauban. Natuurlijk had ieder een minnares.

Wederom viel Fameuil hem in de rede: "Tholomyès, uw woorden gelden als wetten. Wie is uw geliefdste schrijver?" "Ber..." "Quin?" "Neen. Choux."

Te zelfder tijd begon deze, geaccompagneerd door Listolier en de Fameuil, op een klagenden toon een dier liedjes te zingen uit de werkplaatsen, en die, rijmend of rijmloos, meestal zinledig zijn, als het geruisch des winds, uit den tabakswalm ontstaan, en die met dezen vervliegen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek