United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als Soetkin en Nele de klokke hoorden, sloegen beiden een kruis. Maar Uilenspiegel deed het niet, zeggende dat hij God niet aanbad op de manier van de beulen. De hut rondloopend, beproefde hij deuren en vensteren open te breken, maar de buren, die buiten stonden, beletten het hem. Doch Soetkin sloeg eensklaps heur voorschoot vóór heur gezicht en gilde: De rook!

De geneesheer ging heen zonder hoop den zieke te redden, maar hij voorzag toch geen dreigenden dood: hij zou 's anderen daags namiddags terugkomen. 's Anderen daags scheen De Coster zijn nakend einde niet bewust te zijn, want hij vroeg noch naar zijnen schoonbroeder, noch naar zijne zuster, die hij aanbad. Doch hij wilde zich omringen van vrienden, als om zijn lichaam en zijn hart te verwarmen.

De non werd rood door een gevoel van schaamte, want het gezicht van Quinten, dat alsdan beweegloos op haar gevestigd was, had eene ongemeene kracht: men zou gezegd hebben, dat hij haar aanbad. Dan, om zich uit die lastige gesteltenis te redden, begon zij eensklaps van wat anders te spreken.

Hij had toch een moord begaan, hij had dat kunnen doen in zijne drift! O, als hij haar ook eens, in zijne drift ...! Maar zij, ze zoû zich verdedigen met de kracht van wanhoop, zich blijven vastklemmen aan het leven. Had zij ook niet kracht in zich gevoeld een moord ... God, neen, zij toch niet ... Ze was zoo bang ... En ze had hem toch zoo lief, ze aanbad hem en spoedig zoû ze zijn vrouw zijn!

Maar deze zwakke hoop maakt weer plaats voor een gevoel van smart voor haar, die hij bemint, want Hermoine smeekt nu tot haar vader, als gold het haar eigen leven, hem noemende met vleiende namen, alsof zij hem aanbad in haar vertwijfeling, en zij zegt snikkend, ofschoon zij geen tranen heeft: "Vader, hoort gij mij niet, voelt gij mij niet?"

Nochtans, indien zij na de verklaring van haar weldoener daarvan blijk gaf, het zou al zeer weinig kieschheid verraden, aangezien door haar vasthouden aan den twijfel, zoo al niet de oprechtheid van Eva's karakter, dan toch haar goed doorzicht in verdenking werd gebracht, 'tgeen den man die haar uit de volheid van zijn hart beminde, ja schier aanbad, zeerzeker moest grieven.

Niet: langs welken weg zal het gaan? Wat mag ik hopen? Wat moet ik vreezen? Niets er van. Maar hetgeen wij van hem zien en hooren is iets geheel anders. Toen, zoo wordt ons verhaald, viel Jozua op zijn aangezicht en aanbad, en zeide tot hem: wat spreekt mijn Heer tot Zijn knecht? Josua gelooft. Dit is alles. Hij vraagt niet meer als zoo even: Wat zal ik? Maar: Wat moet ik?

Hij aanschouwde en aanbad wat zij droeg, haar strikken, haar handschoenen, haar manchetten, haar laarsjes, als heilige voorwerpen waarvan hij de meester was.

En Cecilius, er was een olifant en die knielde voor den Keizer, of hij hem aanbad. , dat had ik ook willen zien! En een rhinoceros en een beer heb ik samen zien vechten. En vrouwen heb ik zien vechten, manwijven, zoo als Nigrina er een was. En daarna stroomde de arena vol water en was er een Naumachie. Maar het móoiste vond ik toch.... Nilus, geef ons nog wat honigkoeken!

Ge aanzaagt... ge aanbadt u trok, wat is verheven: U daagde een schoonheids-ideaal in haar. Toen zaagt ge weêr, naar wat ge aanbadt, gedreven: Zij bleef zichzelve, gij werd kunstenaar; ’t Verheevne, dat verhief, leeft in uw leven!” Aanbidt de mensch een afgod hem gelijk? ’k Aanbad.