Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
En Cecilius, er was een olifant en die knielde voor den Keizer, of hij hem aanbad. Hè, dat had ik ook willen zien! En een rhinoceros en een beer heb ik samen zien vechten. En vrouwen heb ik zien vechten, manwijven, zoo als Nigrina er een was. En daarna stroomde de arena vol water en was er een Naumachie. Maar het móoiste vond ik toch.... Nilus, geef ons nog wat honigkoeken!
De jongens stonden op en kwamen, in iedere hand honigkoeken, die ze knabbelden. Waar hebben jullie het toch over? vroeg Carpoforus. Over jou, zei Cecilianus. Ik heb Cecilius verteld hoe je met den leeuw vocht. En heb je niet van mij verteld? vroeg Colosseros. Nog niet, zei Cecilianus. Stel je toch voor, Cecilius: Colosseros was verkleed als Herkules.... Met een knots en een leeuwevel? Ja.
En in dezen tijd was dus onze spijskaart afwisselend genoeg. Lindström's munten waren de half verschimmelde honigkoeken van den bakker uit Christiania, en al waren ze ook niet klinkend en zelfs niet lekker, ze bleken toch gangbaar.
Nu is het waar, dat deze lieden, wier huis nauwelijks op den naam van hol aanspraak kan maken, een groot gedeelte van den dag in de open lucht, voor de deur hunner woning, doorbrengen. Daar keuvelt men uren lang met de buren; daar danst men 's avonds onder begeleiding van de daira; daar nuttigt men te zamen, bij zekere gelegenheden, de zoete honigkoeken en andere inlandsche lekkernijen.
Tusschen de vensters, onder den spiegel stond de schrijftafel mijner tante, met potjes en schaaltjes die gevuld waren met zoetigheden, als honigkoeken en dadels, waarop zij mij van tijd tot tijd trakteerde. Bij het venster stonden twee leuningstoelen, en rechts van de deur een geborduurde ruststoel, waarop zij gaarne had dat ik des avonds ging zitten.
Achter de pijnbosschen van Laurentum rossigde de ondergaande zon. De wijde zee baadde zich in een bad van purper. De villa verschimmigde met hare wijkende zuilen. De dragers draafden.... Cecilianus, gretig, gulzig, grabbelde in de mand. Hij vond er de, in latuwe omhulde, slakken, de harde eieren, sneden evergebraad en honigkoeken, veel fijner en geùriger dan die van Nilus.
Om Cerberus te temmen, moest men hem een honigkoek toewerpen. Daar ik geen honigkoeken bij mij heb, stel ik den heeren voor, hun portret te maken. Aanvankelijk weigeren zij: de Koran verbiedt zeer stellig het maken van afbeeldingen. Maar hunne deugd is tegen de verzoeking niet bestand; zij zien elkander aan, fluisteren met elkander, en scharen zich eindelijk glimlachend voor mijn toestel.
Hè ja, Nilus, geef ons nog wat honigkoeken! .... Toen allemaal zwemmertjes, jongentjes en meisjes door het water zwommen en toen al zwemmend allerlei figuren maakten. Ja, zei Carpoforus. Een drietand, hè? En een anker, zei Colosseros. Ja, zei Cecilianus; en allerlei starrebeelden en een schip met ontplooide zeilen.... Hè! pruilde Cecilius, treurig. Wat is er, broêrtje?
Dank je, caupo, ik heb geen honger voor soep en vleesch, maar ik wil wèl van die honigkoeken.... En hij bedankte, nuffigjes, voor de gerechten, die Nilus hem zelve bracht als of hij reeds, geheimzinnigjes, ergens en fijner had geavondmaald, maar hij knabbelde lekkerbeks de honigkoeken, éen in iedere hand en hossende op Colosseros' knie, Fabulla hossende over hem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek