United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijn vader handhaaft streng de tucht." "Wat geef ik daarom!" antwoordt Chester, "het was immers mijn eenige kans, om u te zien." Dit grieft haar geducht, doch toont tevens, hoeveel zij van hem houdt, want zij wordt bleek en stamelt: "Gij hebt uw leven dus gewaagd om mijnentwille. Beloof mij, dat gij dit niet weer zult doen. Beloof mij, dat gij vandaag naar uw post zult terugkeeren.

Dat verlicht altijd." "Wat zal ik zeggen, tante? Ik heb niets, waarover ik graag wil spreken," antwoordde zij. "Kom eens bij mij, Lise!" smeekte de oude vrouw, "beloof mij één ding! Als hij ooit vergeten mocht, wat gij voor hem deedt, als hij ooit onvriendelijk jegens u is, en ik leef nog, kind, kom dan bij mij! Dan zal ik met hem spreken, en ten tweeden male zal hij het niet weer wagen."

Maar beloof me, geef gij mij de eerste slag, met dezelfde kracht die ge toonde, toen wij Sebakwane en zijn leger versloegen." »Umhlela, dat mijn hand u de genadeslag moet geven!" riep Manondo bewogen uit. »Maar het zij zo, het kan niet anders. Ge zult niet gemarteld worden, Umhlela."

"Zij is reeds toegestaan, eer gij er om vraagt," zei Cedric, terwijl hij zijne hand in die des ridders legde, welke met den ijzeren handschoen bedekt was, "zij is reeds toegestaan, al moest het mijn half vermogen kosten." "Beloof niet zoo schielijk," hervatte de ridder; "ik hoop echter de belooning, die ik vragen zal, te verkrijgen. Intusschen vaarwel!"

"Ik hoop je eenmaal terug te zien als brave mannen, die voor niemand de oogen behoeven neer te slaan. Beloof je me, dat je daartoe je best zult doen?" De jongens konden niet antwoorden. Met gebogen hoofd verlieten zij het lokaal, om weggebracht te worden ver van hunne ouders, naar een vreemde plaats.... Hun vertrek maakte een diepen indruk op de achterblijvenden.

»O, wel al eene week," was het antwoord. »Hij heeft bepaald wel weer trek in een lekker zoodje...." »Dikke paling," vulde Jan Slob lachend aan. »De brave man zal ditmaal over de dikte geen klagen hebben." »Ik wil wel voor paling spelen," zei Claes Kees Symensen. »En ik beloof den Overste, dat ik moeilijk te verteren zal zijn. Kom, Jan Slob, geef mij nog een kan bier."

»Uw hand zetten onder een schriftelijke getuigenis van de waarheid en ze in 't bijzijn van getuigen herhalen?« »Dat beloof ik.« »Wilt u rustig hier blijven tot zulk een document is opgemaakt en met mij naar de plaats gaan, die ik het meest geschikt acht om het te onderteekenen?« »Als u er op staat, zal ik dat ook doenantwoordde Monks. »U moet nog meer doen.

"Ja!" zeide zij: "dat geloof ik wel, want als de Baron hier kwam, die zou je minder vriendelijk aankijken, dan ik gedaan heb: hij is dan miserabel boos op je, en Bouke ook, dat beloof ik je. Je hebt het dan leelijk bij hen verkorven. Maar, Jonker! waar waren toch je zinnen, om dien stinkenden monnik tegen je pleegvader, die je van kind af heeft opgebracht, te gaan bijstaan?"

Eigenlijk moest ik u nu al deze bizonderheden in het Duitsch vertellen, maar ... dan zou ik er wel heel lang werk mee hebben. Ik wil echter graag een ijverige leerling zijn, dat beloof ik u; ik verlang ernaar om goed Duitsch te leeren spreken, want ik heb niets meer op de wereld dan twee Duitsche neefjes, die soms bij mij komen logeeren.

»Wacht maar, Jantjezei Bob, die er ook zeer verheugd uitzag, nu zijn list zoo goed gelukt was, »ik zal het later wel eens beter overdoen, dat beloof ik je!» »Nu naag den tuinzei mijnheer Denappel. En wij volgden hem allen, om getuigen te zijn van de prijsuitdeeling. Hij plaatste zich achter de tafel en liet Jan en Cor tegenover hem staan. Daarachter stonden wij allen op een hoop gedrongen.