Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Terwijl Marten en Heer Jan van het lekkere bier genoten, want bier was in die dagen een volksdrank, die in geen enkel huis ontbrak, voldeed Jan Slob aan den hem opgedragen last, en na enkele minuten kon de reis worden voortgezet. De koers was nu naar het Zuid-westen, en na een half uurtje varens hadden zij Ruichoort bereikt.
Stil en onder den indruk van het stoute waagstuk, dat zij thans gingen ondernemen, roeiden zij bedaard verder. Jan Slob stond nog op den dijk, om hen na te kijken, en hij wuifde hun telkens toe met de hand, of zwaaide met zijne muts. De jongens waren met pistolen en dolken gewapend, maar deze waren zorgvuldig onder hun wambuis verborgen.
Zij roeiden naar den Westzaner Overtoom en vertelden aan den verbaasden en ontstelden Jan Slob, dat zij op weg waren naar het Spaansche legerkamp, waarvan de officieren 't Oude Hoen wenschten te zien. De dikke waard kon zijne ooren nauwelijks gelooven en keek zijn drie vrienden hoofdschuddend aan.
De Overste herkreeg zijn vrijheid, waarvan hij gebruik maakte door zoo spoedig mogelijk in de boot van Aelbert Bleeker naar Amsterdam terug te keeren, en de Vrijbuiters namen van Jan Slob afscheid en zochten hunne woningen op. Maar de naam van 't Oude Hoen werd door dit geval bij de Spanjaarden nog meer gevreesd. Op den Sparendammer dijk. De winter was voorbijgegaan, en 't was Maart geworden.
De schuit van Marten loopt zoo licht, als ik er geen tweede ken, en is dus uitstekend voor ons geschikt." Jan Slob droeg met een anderen vrijbuiter de tobben naar het schuitje, en zei lachend: »Zie zoo, de paling kan er in. Als de Overste zijn tanden maar niet stuk bijt op de graten. Komaan, Claes, rol je op!"
Hij werd den volgenden morgen zelfs veel later wakker dan gewoonlijk, en Jan Slob liet hem rustig liggen. 't Was al bijna acht uur, eer hij ontwaakte, maar toen voelde hij zich ook verkwikt en versterkt. Hij stond op en begaf zich naar beneden. Slob en zijne vrouw bevonden zich in de gelagkamer, en zij reikten Marten hartelijk de hand.
»Bravo, dus morgen kost het mij een vat bier, als het goed afloopt," zei Jan Slob. »Ik heb het er graag voor over." »Wij moesten maar dadelijk de netten gaan uitwerpen," stelde Aelbert voor. »Dezen keer hebben we een extra goeden voorraad noodig, zoodat de Overste niet dadelijk zijne keus bepaald heeft."
Marten en Aelbert zetten den mast omhoog, sloegen het zeil aan, dat dadelijk door den wind gebold werd, en grepen bovendien nog naar de riemen, om den behaalden buit in veiligheid te brengen. 't Oude Hoen gunde zich nog den tijd om het schuitje van den Overste op sleeptouw te nemen, en zette daarna ook koers naar de herberg van Jan Slob, die al geruimen tijd op den dijk op den uitkijk stond.
De dikke Jan Slob was niet weinig verbaasd, toen hij de Vrijbuiters met hun kostbaren buit aan wal zag stappen, en groot was zijne vreugde, toen hij vernam, welk eene schitterende overwinning zij hadden behaald. Spoedig werden de kannen gevuld met schuimend bier, hetwelk de mannen zich lekker lieten smaken, maar zij gunden zich geen tijd, om lang in de herberg te vertoeven.
»Maar ik moet Anna zoeken," sprak Marten, die van droefheid en vermoeienis bijna te uitgeput was om te denken. »Natuurlijk," zei Slob, die wel opmerkte, hoe afgetobd de knaap zich gevoelde. »Morgen ga je zoeken, overal in den omtrek, maar nu blijf je hier; kom mede, op den zolder heb ik een lekkere slaapplaats gereed, waarvan al menigeen gebruik heeft gemaakt, die voor de Spekken vluchten moest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek