Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


»Moeten wij niet eerst naar Jan Slob aan den Westzaner Overtoom, om de ledige kannen terug te brengen?" vroeg hij onder het roeien door. »Ja, dat is waar ook. Ik zou er waarlijk niet aan gedacht hebben. Zeker, we moeten..."

Zij roeiden naar den Westzaner Overtoom en vertelden aan den verbaasden en ontstelden Jan Slob, dat zij op weg waren naar het Spaansche legerkamp, waarvan de officieren 't Oude Hoen wenschten te zien. De dikke waard kon zijne ooren nauwelijks gelooven en keek zijn drie vrienden hoofdschuddend aan.

»Voor een goeden voorraad brood met ham heeft Moeder gezorgd," zei Marten lachend. »'t Zou trouwens wel het laatste zijn, wat ik vergat, want mijn eetlust laat niets te wenschen over. Maar aan bier heb ik niet gedacht." »Gelukkig dan, dat ik er aan denk. Ik zal wat noordelijker houden, Marten. Dan gaan we in de herberg van Jan Slob aan den Westzaner Overtoom inslag doen.

Marten gaf zijn plan echter niet op, en toen de Vrijbuiters eens bij Jan Slob aan den Westzaner Overtoom bijeengekomen waren, om plannen te beramen en een glas van diens lekker bier te drinken, kwam hij met zijn voorstel voor den dag, hetwelk met de noodige belangstelling werd aangehoord. Jan Slob vooral had er schik in, en hij riep uit: »Bijloo, mannen, dat noem ik een mooi zaakje.

Maar daar wilde zij niet van hooren en zij deed hem tot aan de deur uitgeleide. Slob en hij brachten het schuitje naar den Overtoom en wonden het met vereende kracht over den dijk in de Westzaner Gouw. En weldra was Marten weer alleen. Hij roeide met krachtige slagen voort, want de ongerustheid over het lot van Anna dreef hem tot spoed.

Blijkbaar had hij onder het loopen zijn plan gevormd, want zonder zich een oogenblik te bedenken stapte hij in zijn boot, maakte het touw los, greep de riemen, en roeide het IJ op, in de richting van den Westzaner Overtoom. De doode vogels lagen nog op den bodem van het vaartuigje. Hij koos zijne richting naar het Westen, en hield de Noordzijde van het water.

Dikwijls bestegen zij den hoogen Westzaner toren om den omtrek te verkennen, en wee dan de kleine afdeelingen Spaansche soldaten, die hier of daar langs den landweg trokken, uitgaande op roof. Schielijk stapten de Vrijbuiters in hunne vaartuigen, en verscholen achter groote rietvelden kozen zij den kortsten weg, om de vijanden onverwachts te bespringen.

Zij brachten het bootje over den Westzaner Overtoom, zonder Jan Slob te wekken, die in diepe rust lag, en bereikten in den vroegen morgen de hoeve van 't Oude Hoen. Met een gelukkigen glimlach op het gelaat stapten zij aan wal en traden de hoeve binnen, waar Geerte, Aelberts moeder, hen met een kreet van vreugde ontving.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek