Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


't Waren mannen in boersche kleeding, maar hunne gelaatstrekken teekenden zoowel vastberadenheid als moed, schranderheid als list. Bij de binnenkomst van Marten keken zij verwonderd op, en 't Oude Hoen, die tegenover Geerte, zijne vrouw, voor het raam aan de tafel zat, riep uit: »Wel, wie komt daar binnenstappen? Dat is zoowaar Marten Florisz! Kom nader, neef.

De Spanjaarden zouden hun strooptocht wel niet tot die plaats uitstrekken, en mochten zij dat doen, daar wel geen gunstig onthaal vinden. Vrouw Geerte schreide, toen zij afscheid van haar man nam, doch deze troostte haar. »'t Is maar eene scheiding voor korten tijd, beste Geerte," sprak hij. »Zoodra het huis weer veilig is, betrekken wij onze woning weder. Vaarwel, God bescherme u!"

Aelbert en Marten wierpen zich, evenals 't Hoen, een musket over den schouder en gespten zich een rapier aan de heup, namen afscheid van Moeder Geerte, die hen met een hart vol angst zag vertrekken, en verlieten met den vreemdeling de hoeve.

Zij brachten het bootje over den Westzaner Overtoom, zonder Jan Slob te wekken, die in diepe rust lag, en bereikten in den vroegen morgen de hoeve van 't Oude Hoen. Met een gelukkigen glimlach op het gelaat stapten zij aan wal en traden de hoeve binnen, waar Geerte, Aelberts moeder, hen met een kreet van vreugde ontving.

Zeker had hij omtrent Anna nog niets vernomen, en Marten voelde een onbedwingbaren lust, om zelf naar Alkmaar te gaan. 't Oude Hoen en Nicht Geerte raadden hem dat echter af, want zij hielden veel van Marten en achtten hem nog te jong, en den toestand van het land te onveilig, om hem als een zwerveling weg te laten trekken.

Er heerschte, nadat de vreemdeling deze woorden had gezegd, eenigen tijd stilte in het vertrek. 't Oude Hoen fronste de wenkbrauwen en verzonk in diep gepeins. Vrouw Geerte keek haar man met angstige oogen aan, als om hem te smeeken, de uitnoodiging af te wijzen, en ook de beide knapen hielden hun blik op hem gericht, alsof zij hem het antwoord van de lippen wilden lezen.

»Vrees niet, vrouw," sprak hij, zonder zich beleedigd te toonen, »ook een Spanjaard kan een man van eer zijn, trouw aan zijn gegeven woord..." »Dat hebben wij aan Zutfen gezien, en aan Naarden..." viel vrouw Geerte scherp in. »Ik vertrouw dat fluiten van den vogelaar niet."

Eindelijk sprak Vrouw Geerte met een zucht: »Maar Govert, je denkt er toch niet over, de uitnoodiging aan te nemen? Je zult je toch niet wagen in het hol van den leeuw? Wie weet, welk lot je daar te wachten staat! Ga toch niet, wat ik je bidden mag." Een fijn lachje krulde de lippen van den vreemdeling.

Nauwelijks was de woeste bende vertrokken, of 't Oude Hoen en de andere Vrijbuiters keerden op hunne hoeven terug, die duidelijk de kenmerken droegen, dat zij door ruwe gasten bewoond waren geweest. De geleden schade werd zooveel mogelijk hersteld, de vrouwen en kinderen kwamen van lieverlede terug, ook Vrouw Geerte, en voorloopig keerde in Westzaan de oude rust weder.

»Wij hebben haar niet gezien," viel Geerte in. »Maar ga zitten, Marten, en vertel ons nader, wat er gebeurd is." Marten voldeed aan dezen wensch, en 't spreekt vanzelf, dat hem bij dat droevig verhaal de tranen telkens in de oogen opwelden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek