Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
Noch d’Exploteur was my Noch Commissaris niet bekent, gelooft me vry. LEANDER. Ja toch, ’k geloof het wel, myn Heer, wat moog je praaten. Maar zo gy my gelooft, zo zult gy ’t daar by laaten. ’t Is doch vergeefs dat gy, dan naar uw Rechter, nu Naar uw Party, dan ’t Hof wilt loopen; geef aan u Wat meerder rust, en zyt wat met u zelf bewoogen. Drie vierden van uw goed is reeds, myn Heer, vervloogen.
Zy nam occasie, om my alleen te spreken, en zei: "daar, myn Heer Edeling, lees dit geschrift; dan zult gy eerst uwe beminde Burgerhart recht kennen: zy weet niet, dat er u iets van bekent is. Hou dit in 't oog." Ik lei het Papier in myn brieventas; en afscheid genomen hebbende, spoedde ik naar huis om te lezen. Ik at niet, maar ging, Vader gegroet hebbende, naar myne kamer.
Bekent met mij, dat het overzien van het reeds afgedane gedeelte onzer taak ons met fierheid moet vervullen. Weet gij nog, dat men in dien tijd zeide: "Uwe taal is een onverstaanbaar gebrabbel?"
Uilenspiegel antwoordde: Den aanklager, den moordenaar van Klaas, mijn vader, smeet ik in 't water. De assche klopte op mijn hert. Hij bekent, sprak de vischverkooper; hij zal insgelijks sterven? Waar is de galg, dat ik ze zie? Waar is de beul met het zweerd der justitie? De doodklok klept ook voor u, nietdeug, moordenaar van een armen grijsaard.
Hij sprak uitstekend Fransch. Maar hij heeft stellig een idée fixe, want hij sleept ons mee door doodsche en onbeduidende straatjes en bekent ten laatste, dat hij ons zijn jonge vrouw wou laten zien. Deze, zonder twijfel gewend aan dat soort van bezoeken, zat op een laag bankje en weefde een tapijt van allerleelijkste kleur.
Uw dienaar, myn Heer Helmers! doet Abraham Blankaart u ook belet? maar mooglyk ben ik niet by u bekent, en onbekent maakt onbemint. Hy. In persoon ken ik u niet, myn Heer, maar in karakter wel; gy zyt hartlyk welkom; waaraan ben ik dit aangenaam bezoek verpligt? Ik. Dat kan ik u voor de vuist, en met weinige woorden, zeggen.
Simon Petrus dan antwoordde hem: Heere, tot wien sullen wij henengaen? ghij hebt de woorden des eeuwigen levens. Ende wij hebben gelooft ende bekent, dat ghij sijt de Christus de Sone des levendigen Godts." Vader sloot het heilige boek en zette het weder op zijn plaats. "Dierbaar hè?" vroeg moeder aan Jannetje. "Ja moeder, die tekst is mooi genoeg," stemde haar dochter toe.
Daarop vervolgde hij het gerechtelijk onderzoek. »Wilt gij ons mededeelen, Gilbert Burbank," vroeg hij, »waarom gij verleden nacht uwe kanonneerboot verlaten hebt?" »Ik heb haar verlaten, om mijne stervende moeder te bezoeken. Wie zal dat wraken?" »Gij bekent dus, dat gij te Camdless-Bay aan wal gegaan zijt?" »Ja, dat beken ik. Ik maak daar geen geheim van."
Dit is niet alleen hoogst onbeschaafd, maar getuigt van groote lafheid, daar men daardoor aan den ontvanger iedere kans ontneemt van zich te kunnen verdedigen. Ieder, die niet rondweg met zijn naam en persoon voor den dag durft komen, bekent daarmede iets kwaads te doen en met recht worden schrijvers van anonyme brieven door alle beschaafde lieden met argwaan en minachting aangezien.
»Bekent gij de vijandelijke flottilje, die voor de zandbank in de monding der Sint John ten anker ligt, in den nacht van den 10den Maart verlaten te hebben?" »Ja." »Bekent gij krijgsgevangen gemaakt te zijn, terwijl gij, te zamen met een matroos van dezelfde kanonneerboot, poogdet naar boord terug te keeren?" »Ja." »Wilt gij ons mededeeling doen van hetgeen gij in deze streken kwaamt uitrichten?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek