Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Doch de smet door dit gedrag op de Hervormde Kerk geworpen, ook door vele tijdgenooten veroordeeld, werd alleen opgewogen door de moedige en edele poging van VENEMA, die, door den tijd tevens geregtvaardigd, gelukkig tegen dreigende vervolgingen bescherming en steun vond in den voortreffelijken Prins WILLEM IV en diens verlichten vriend EPO SJUCK VAN BURMANIA. Deze edelman, lang lid van Gedeputeerde Staten, had later zelfs den moed VENEMA openlijk te prijzen, doch tevens te voorspellen, dat zijne verlichte gevoelens weinig ingang zouden vinden bij zijne tijdgenooten: »want," zeide hij, »de tijd is 'er niet na geschikt, om de Menschen de oude wijfs grollen uit het hoofd te praaten.
Als wij haar maar wat vertellen, En geen daden dat verzellen Is 't geen regte vrolijkheid. Wel: ik heb vier mooie printjes, Ik twee lintjes, Goed voor haar, gelijk ik gis. 't Zal haar, hoe gering, behagen, Wijl zij dan niet hoeft te vragen, Of 't bij ons maar praaten is.
Hun bek, die zeer hard en scherpsnydend, maar stomp is, is hun van een groot nut om te klauteren. Men kan hen gemakkelyk temmen, en men leert hen praaten, even als alle andere Papegaaijen. De Indianen brengen ze dikwils op Paramaribo, en voor een fles rhum, of eenige vishaaken doen zy dezelve weder over.
De Majoor RUGHCOP, onze Bevelhebber, die een ongemakkelyk man was, en wiens lichaams gestel door zoo veele vermoeienissen begon te verzwakken, was over deezen arbeid t'onvreden; hy betaalde de Jagers met vloeken en verwytingen, maar zy beantwoordden hem met een verachtende glimlach: zy lieten hem praaten, en gingen over de kreek, de een over de brug, de ander zwemmende, en een derde klauterde over de boomen, welker takken tot aan de andere zyde overhelden, en aldaar op den grond nederhingen.
Hun bek, die zeer hard en scherpsnydend, maar stomp is, is hun van een groot nut om te klauteren. Men kan hen gemakkelyk temmen, en men leert hen praaten, even als alle andere Papegaaijen. De Indianen brengen ze dikwils op Paramaribo, en voor een fles rhum, of eenige vishaaken doen zy dezelve weder over.
O! ’t was een vent, myn Heer, van d’andre weereld; hy Bedroog heel Frankryk met zyn wytze opsneiery. Hy kon, spyt Makelaar, de rechte konst van ’t liegen; Ja zou de Duivel zelf door zyn verstand bedriegen: En praaten, Brugman was een kreng maar by die vent: Zyn daaden stonden op zyn voorhooft vast geprent.
De Majoor RUGHCOP, onze Bevelhebber, die een ongemakkelyk man was, en wiens lichaams gestel door zoo veele vermoeienissen begon te verzwakken, was over deezen arbeid t'onvreden; hy betaalde de Jagers met vloeken en verwytingen, maar zy beantwoordden hem met een verachtende glimlach: zy lieten hem praaten, en gingen over de kreek, de een over de brug, de ander zwemmende, en een derde klauterde over de boomen, welker takken tot aan de andere zyde overhelden, en aldaar op den grond nederhingen.
DANDYN in de Schoorsteen, LEANDER, JERONIMO, WOUTER, ORATYN. DANDYN. Wat zyt gy voor een volk? wat doe je daar te praaten? Wie is dat in de rok? Hoe! zyt gy Advocaten? Spreek op. ORATYN. Nou zul je zien, dat hy zal een voor een De katten rechten. DANDYN. Zeg, hebt gy ook zorg voor heên Myn Secretaris aan te spreeken wel gedraagen? Ga wilt hem, of ik van uw zaak weet, eerst eens vragen.
DANDYN. Gaat voort, ’k versta je, wilt uw zaaken maar verweeren. JERONIMO. Myn Heer... WOUTER. Zie daar, daar voert de drommel hem weêr weg. GRAVIN. Ach! JERONIMO. Is ’t alree gedaan? ja wel; ziedaar ik zeg, Daar speelt de henker meê; ’k begin maar zo te praaten... LEANDER in zyn oude gewaad, JERONIMO, DE GRAVIN, WOUTER. LEANDER. Messieurs, wilt gy ons wel met rust en vreeden laaten?
Noch d’Exploteur was my Noch Commissaris niet bekent, gelooft me vry. LEANDER. Ja toch, ’k geloof het wel, myn Heer, wat moog je praaten. Maar zo gy my gelooft, zo zult gy ’t daar by laaten. ’t Is doch vergeefs dat gy, dan naar uw Rechter, nu Naar uw Party, dan ’t Hof wilt loopen; geef aan u Wat meerder rust, en zyt wat met u zelf bewoogen. Drie vierden van uw goed is reeds, myn Heer, vervloogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek