Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
En in de Kalverstraat. Ga eens met je rug naar 't water staan en luister. Kan jij eruit blijven?" "Waaruit?" "Uit die zee?" Ik knikte van ja, dat kon ik best. "Ik nauwelijks," zei Bavink. "'t Is zoo raar dat weemoedige geluid achter je. 't Is net of zoo'n zee wat van me wil. Daarin is God ook, God roept. 't Is waarachtig geen lolletje, overal is-i. En overal roept-i Bavink.
Japi was een harde werker geworden. Kort na het bezoek van Bavink zonden ze hem naar Afrika. Binnen de twee jaar was i terug: ziek, half dood. Niemand hoorde iets van hem, tot ik hem op een November-namiddag zag staan achter den steenen wal bij het haventje van Wijk bij Duurstede. Daar stond i naar den modder te staren. Ik had eenige moeite hem te herkennen.
Hij was bezig aan een onbegrijpelijk verhaal van een jonge dame en een huurkoetsier en een mandje met paling, toen we op de trap gestommel hoorden. 't Was in een volksbuurt, je kon gewoonlijk zoo maar naar boven loopen, de straatdeur stond meestal open. Bavink kwam 't eerst binnen en zei: "Hoe maak je 't kerel? ja ik ben 't zelf. Ha, ha, Hoyertje. Hoe gaat 't, Hoyertje, nog altijd een ophakker?
Een weinig drank had de weemoed en de somberheid verdreven. Een nieuwe tijd zou aanbreken. Bekker zou in de eenzaamheid van zijn Duitsche kosthuis Dante vertalen, zooals nog nooit iemand 't gedaan had. Bavink had een groot doek in z'n hoofd, een gezicht op Rhenen, hij was daar eens een dag geweest, duidelijk zag hij alles voor zich.
Bekker had een vaag besef dat-i alle kantoren wilde afbreken, Ploeger wilde zijn baas z'n eigen klokken laten inpakken en er bij gaan staan met een sigaar in z'n hoofd en vloeken op die kerels die nooit iets goed konden doen. Eéns waren we 't, dat we "eruit" moesten. Waaruit, en hoe? Eigenlijk deden we niets anders dan praten, rooken, drinken en boeken lezen. Bavink vrijde bovendien nog met Lien.
In Frankrijk en België klampte i de menschen op straat aan, schelde aan de huizen. Van niemand anders zou Bavink 't geringste van dien aard hebben geduld. Maar niemand anders verstond de kunst Bavink in 't leven te houden, zooals Bavink zei. Z'n conversatie was onuitputtelijk. En een geheugen hatti voor landschap dat aan 't wonderbaarlijke grensde.
Bavink heeft Japi gemaakt tot wat i was, toen Bavink in Amsterdam met hem kwam aanzetten. Japi was al heel gauw erger dan schraal bij kas. Voor geen geld ter wereld had Bavink hem laten gaan. Japi moest maar zelf in de "vullis" gaan zoeken. En dat vak verstond Japi gauw. Nooit had "de belt" zoo gerendeerd. En sedert betaalde Bavink alles of bijna alles.
Japi keek 'm aan met z'n groote blauwe oogen en hield aldoor z'n pet vast. Meteen kwam er een plons water over boord, de droppels stonden op z'n gezicht. "Nogal", zei Japi. Met een plof kwam 't voorschip op 't water neer en stootte. Een heer trachtte tevergeefs de deur van den glazen salon open te maken, waar de wind op stond. "We zijn mooi op tijd", zei Bavink, om wat te zeggen.
Ik ken jou al hoe lang al?" "Omtrent dertien jaar Bavink." "Dertien jaar. Dat is lang. Weet je wat jij doen moet? Doe me een lol. Heb je een hoedendoos?" Ik zweeg. "Doe 'm in een hoedendoos, Koekebakker. In een hoedendoos. Ik wil met vrede gelaten worden. Doe 'm in een hoedendoos, in een ordinaire hoedendoos. Hij verdient niet beter." Bavink griende dronkemanstranen. Ik keek hulpeloos rond.
Achteraf bedenk ik, dat we een prachtig stel kerels geweest waren om rijk te zijn, maar "centen hebben" vonden we verachtelijk; alleen Hoyer begon daar vrij gauw anders over te denken. Bavink begreep niet, waarom die kerels zoo maar in rijtuigen mochten rijden en dure jassen aanhebben en andere lui commandeeren, die niet stommer waren dan zij. Automobielen zag je toen zoo nog niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek