Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 oktober 2025
Ha, daar in de vrije natuur vond hij het pas heerlijk. Hij veegde de laatste tranen van zijn gezicht, stak zijn handen in de broekzakken, en zakte zingende op huis af. Anneke keek wát gek op, toen zij hem om half elf binnen zag komen. "Mocht jij naar huis toe, Jan?" vroeg ze. "Ja, Moeder," zei Jan, "de Juffrouw bracht me zelf in een kamertje, waar een raam was om er uit te kruipen.
Zij zag hem scherper aan. Hij was grooter dan zij. "Daar ginds, voegde hij er bij met gewicht en nadruk, ligt de Heksenberg." Zij rekte 't halsje, hem naderend. "Zijn daar heksen?" "O, zeker!" Anneke voelde 't angstig aan. "Maar zij zullen ons niets doen. Ik ben er dikwijls op geweest, maar overdag is er niets. Alleen maar 's nachts. En in den maneschijn kun je ze zien dansen." "Wat doen ze dan?"
Wel tienmaal op een dag greep Anneke hem bij den arm, nam hem mêe naar de keuken, en boende hem met groene zeep schoon, waarbij de kleine patiënt gewoonlijk een erbarmelijk geschreeuw deed hooren, zoo erg, dat de klanten, die in den winkel kwamen, soms dachten, dat er iemand vermoord werd.
Niet vroolijk, niet handelend, niet kloek in 't werken, neen, hij kon zoo oakelik wit zien, en zoo somber rondloopen, en zoo weinig êten, en as Anneke hum toesprak, zoo beduusd kieken.
Toen vouwde de Kaffer de handen, en antwoordde met zijn welluidende stem: »De Filistijn, de Tyriër, de Mooren Zijn binnen u, o Godstad! voortgebracht; Van Zion zal het blijde nageslacht Haast zeggen: Deez' en die is daar geboren!" Zij knikte met het hoofd, en zag nu haar man aan. »Wat zullen wij dan zingen, Anneke?" vraagde hij. »Mijn lievelingsvers!" zeide zij.
De grijsaard echter wendde het gelaat naar de stervende, en riep in overstroomend gevoel zijner smart: »O Anneke, gaat gij mij nu verlaten?" »Het is de wil des Heeren," fluisterde zij zacht. »Gij waart de zon van mijn dag," riep hij klagend, »en de ster in mijn nacht. Doch mijn zon verduistert en mijn ster gaat onder!"
Wat er recht voorviel wist Pau! niet. Een geweldige stoot op de borst had hem alles doen drêjen en soeselen; maar, Anneke.... die weinige minuten later de keukenkamer binnentrad, kon een gil van ontzetting niet weerhouden, toen zij Deine-Meu met de handen gebonden en een prop in den mond bij de vuurplaat zag liggen, terwijl Paul, eenige schreden van haar af, doodsbleek tegen den kant van het geopende kabinet stond,
Zwart kwam hij er aan zetten, mompelend binnensmond en waggelgaande langs den weg, met zijn blikken koffieketeltje aan een touw over den rug, de pet scheef over zijn lang sluik haar en groezelig in zijn armoedige plunje, toen met twee volle emmers aan 't juk, dat ze over de schouders in den nek droeg, Anna Jansen hem bij de eerste huizen van Merkelbeek ontmoette. "Anneke" riep hij.
Alles veranderde, en zelfs de kallekoenen liepen zoo triesterig misschien..... omdat ze niet zooals vroeger, op tied d'r beheure kregen. "Woar goa'j heer, Paul?" sprak Anneke op zekeren morgen, toen zij den vriend reeds zeer vroegtijdig in zijn Zondagsche kleeding ontmoette, "'t Is toch geen merktdag ien stad, of goa'j noar de B.sche karmis?"
En met zijn zakmes sneed hij de vroege rozen af en de seringen en de vogelkers, en bond ze te zamen tot een welriekenden ruiker, dien hij zelf aan zijne bruid ging brengen. Overal zag hij de vlaggen uitsteken ter eere van hem en van Anneke.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek