United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij geeft me altijd goeden raad. Lord Henry glimlachte. De menschen houden er van juist dat weg te geven, wat ze zelf het meest noodig hebben. Ik noem dat overmaat van edelmoedigheid. O, Basil is een goede vent, maar voor mij heeft hij iets van een Filistijn. Sedert ik jou ken, Harry, heb ik dat uitgevonden. Mijn beste jongen, Basil legt al het moois, dat hij heeft, in zijn werk.

Toen vouwde de Kaffer de handen, en antwoordde met zijn welluidende stem: »De Filistijn, de Tyriër, de Mooren Zijn binnen u, o Godstad! voortgebracht; Van Zion zal het blijde nageslacht Haast zeggen: Deez' en die is daar geboren!" Zij knikte met het hoofd, en zag nu haar man aan. »Wat zullen wij dan zingen, Anneke?" vraagde hij. »Mijn lievelingsvers!" zeide zij.

Ontziende 't bloedig staal des preutschen Filistijn, Heer koning! al verbaasd begaf zich dezen zwerme Daar 't rood Arabisch Meers gekromden woesten erme Dit rijk een deel omvangt, en de woestijne dreigt: Gewapend naauwlijks, zij om strijden niet geneigd En schenen, noch bekwaam ten minste, hun vijanden Het half gelaat te biên, ik late staan hun tanden Te breken met geweld: indien gij dezen rei Vervolgt, genadig vorst! voor 't oorlogs veld-geschrei Zij raken in de vlugt, en reppen saam hun zolen, Als schaapskudd', die de wolf het herte heeft ontstolen, Om geen beschermen denkt, maar van een bende haast Wel honderd benden maakt en vluchtet al verbaasd.

De ruige Barbaros ook binnen zijn limieten. Geen vreemdelingen lijdt, noch Meden, nochte Scyten; Noch over onzen vloed, noch over de Jordaan En zal de Filistijn ook geen Hebreên ontvaân. En dien hij burger zalft, hij eigen slave maakt.

Gaat henen, vraagt te deeg naar zijn gelegentheden: Hoort, Idumea! hoort, hoe acht men dy zoo licht, Een ander heeft genoeg en schrikt van uw gezicht, Die rondom afgepaald ligt midden in de bergen, Die met uw muren trots den Hemel schijnt te tergen, Waar voor zoo menig rijk zijn wapens heeft geschorst, En daar de Filistijn uitsteekt zijn hooge borst; Daar elk inwoner stout is eenen giges hooge, En gij, sprinkhanen teêr en musschen in hun ooge!