Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Toen ik in den avondstond hoorde dat mijn naam in het Capitool met toejuichingen was ontvangen, was voor mij de nacht die volgde toch geen nacht van geluk, En later in welslagen of wanneer mijn voornemens verwerkelijkt waren, was ik toch niet gelukkig, Maar de dag dat ik mij met zonsopgang van mijn bed verhief volkomen gezond, verfrischt, zingende, ademende den rijpen herfstadem, Toen ik ten Westen de volle maan zag verbleeken en in het morgenlicht verdwijnen, Toen ik alleen over het strand wandelde en, ontkleed, baadde, dartelend met de koele wateren en de zon zag opstijgen, En toen ik dacht dat mijn lieve vriend, die mij teeder liefheeft, op weg was naar mij toe, o toen was ik gelukkig, O toen smaakte elke bete mij zoeter en dien geheelen dag voedde mijn brood mij beter en die heerlijke dag ging heerlijk voorbij, En de volgende kwam met gelijke vreugd en met den volgende, 's avonds, kwam mijn vriend, En dien nacht, toen alles rondom stil was, hoorde ik de wateren langzaam rollen, rollen op het strand, Ik hoorde het gierend ruischen van water en zand die fluisterend op mij toekwamen, om mij geluk te wenschen, Want hij dien ik boven alles liefheb lag slapend aan mijn zijde onder hetzelfde dek in den koelen nacht, In de nachtstilte, in den herfstmaneschijn was zijn gezicht naar mij toegekeerd, En zijn arm lag zachtkens over mijn borst en die nacht was een nacht van geluk.

"En nu," zeide Marie, "geloof ik dat ik u alles gezegd heb, zoodat gij, als ik weder eene vlaag van mijne kwaal krijg, wel geheel zult voort kunnen, zonder mij ergens naar te vragen. Maar nu nog over Eva het is noodig dat er op haar gelet wordt." "Zij schijnt een heel zoet kind te zijn," zeide Ophelia. "Ik heb nooit zoeter kind gezien." "Eva is een vreemd kind, een zeer vreemd," zeide de moeder.

Het lust mij wat ik heb aan glans te spreiden, niemand moog danken, nochthans blijft de lust, om wisse vreugd trots ik 't onwisse lijden, ik ken het zoete werk om zoeter rust. Dat komt dewijl ik in een blind vertrouwen d'onzichtbre kern van 't zichtbre Leeven zocht, geduldig zooals dorst'ge bloemen schouwen die zich ontvouwen voor het reegenvocht.

"O! geloof mij," antwoordde ik, haar omhelzende: "altijd is mij de gedachte voor den geest gebleven: ik mag een zoo goede moeder als de mijne in niets bedroeven." "Beste jongen!" hernam zij: "het besef der vreugde, die gij mij thans doet smaken, moet u zoeter genot schenken dan eene van die genietingen, welke gij om mijnentwille hebt opgeofferd, u had kannen aanbieden.

Zij gelijkt wel op de verderflijke deerne, waarvan Salomo in zijn spreuken gewaagt: hare lippen zijn zoeter dan de gouden honing, maar de nasmaak is bedwelmend als absinth en hare voeten reiken tot in den dood. Simon, gij zondigt eerstens tegen u zelven.

"Ach, gij goed Sanderken!" murmelde de vrouw, "de vruchten zijn zoet als wijn; maar nog zoeter, kind, is mij uwe vriendschap. Bedank in mijnen naam den notaris en zeg hem, dat Meken Verhelst voor hem zal bidden." Zij betastte het korfje. "Is dat alles voor mij, Sander?" "Ja, Meken, voor u, voor u alleen." "Dan mag ik er mede doen wat ik wil?" "Zeker, gij moogt ze altemaal alleen opeten."

Telkens weer herhaalde hij, dat hij welgemoed tot het ambtelooze leven zou terugkeeren, als hij de samenleving van professor Moriarty kon bevrijden. "Ik geloof, Watson, dat ik vrij kon zeggen niet vergeefs geleefd te hebben," zeide hij. "Ook als heden aan mijn werk een einde kwam, ik zou het met gelatenheid overleven. De Londensche lucht zou mij te zoeter zijn om in te ademen.

*HERCULES* ontboeit *PROMETHEUS* die neerdaalt. Roemruchtigste der Geesten! zoo dient Kracht Wijsheid en Moed en lang-duldende Liefde, En u, die 't wezen zijt dat zij bezielen, Gelijk een slaaf. Uw vriendelijke woorden Zijn zoeter zelfs dan vrijheid, lang begeerd En lang verschoven.

"En de uiterste prijs?" "Waarde heer, het doet mij leed het te moeten zeggen, maar wanneer het geld niet op den veertienden betaald is, zal er den achttienden geen huwelijk worden gesloten." Zijn ondragelijke glimlach was zoeter dan ooit. Holmes dacht een oogenblik na. "Het komt mij voor," zeide hij eindelijk, "dat u de zaak te veel van uw kant bekijkt.

Dadelijk, antwoordde Uilenspiegel; maar wie dan zegt, dat aardbeziën lekker zijn, 's morgens? Uw mond is veel zoeter! Evenals hunne vrienden en gezellen, hadden Uilenspiegel, Lamme en Nele, den kloosters het goed teruggenomen, dat deze vergaard hadden, door middel van begankenissen, valsche mirakelen en andere Roomsche mommerijen, ten koste van 't onnoozele volk.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek