Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Door den winter, die dikwijls onverwacht plotseling intreedt en de zee in het hooge noorden over een groote uitgestrektheid in boeien van ijs slaat, wordt op deze wijze het bestaan van alle door longen ademende zeebewoners in zeer hooge mate bemoeilijkt en in gevaar gebracht, zoodat honderden en duizenden sneven; de zee spoelt hunne lijken of wat hiervan overblijft, naar het strand.
Van daar konden zij den loop der rivier volgen tot waar zij zich plotseling naar het westen wendt; van daar lieten zij hunne blikken dwalen over het bekoorlijke landschap, over de malsche groene weiden langs den stroom, over de boschrijke heuvelen en bergen, over geheel deze rustige, vrede en kalmte ademende omgeving.
Ja, dat blinde, langzaam ademende ding kroop niet meer voort, en afschuwelijke gedachten snelden, nu de tijd dood was, vlug naar voren en trokken de afgrijselijkste toekomst uit een graf op. Hij staarde er naar. De gruwelen er van versteenden hem. Eindelijk ging de deur open, en de knecht kwam binnen. Met glazige oogen zag Dorian hem aan. Mr. Campbell, meneer, diende de man aan.
Men aanschouwt een star om twee redenen, wijl zij licht geeft en wijl zij ondoorgrondelijk is. Men heeft in zijn nabijheid een liefelijker licht en grooter verborgenheid, de vrouw. Wij allen, wie wij zijn mogen, hebben onze ademende wezens. Zoo zij ons ontbreken, ontbreekt ons lucht, en wij stikken. Dan sterft men. Door gebrek aan liefde te sterven is schrikkelijk. 't Is de stikking der ziel!
Met den duim en middenvinger, als een tang, als de knijpende schaar van een schaaldier, kneep hij in de bloedende kieuwen, in het roode open van het ademende beest. Hij maakte met de punt van zijn mes een zoompje aan het vel onder de kieuwen, en toen een kleine overlangsche snede in den goren melkwitachtigen vischbuik.
De bewijzen voor deze mijne belangrijke beschouwingen zullen gebaseerd zijn op positieve feiten, en bijgevolg beveiligd voor vergeefs aangevoerde tegenwerpingen. De Visschen Dieren, door kieuwen ademende, met gladde of beschubde huid en voorzien van vinnen
En nu zat zij weder te luisteren naar de ademhaling der koortsachtige moeder, en drukte nu en dan een zachten kus op die magere handen, die zij zoo vast op de snel ademende borst gedrukt hield. De grauwe schemering van den aanbrekenden dag werd door de gordijnen zichtbaar en kleurde zich langzamerhand met een mat rooskleurig licht.
Toen ik in den avondstond hoorde dat mijn naam in het Capitool met toejuichingen was ontvangen, was voor mij de nacht die volgde toch geen nacht van geluk, En later in welslagen of wanneer mijn voornemens verwerkelijkt waren, was ik toch niet gelukkig, Maar de dag dat ik mij met zonsopgang van mijn bed verhief volkomen gezond, verfrischt, zingende, ademende den rijpen herfstadem, Toen ik ten Westen de volle maan zag verbleeken en in het morgenlicht verdwijnen, Toen ik alleen over het strand wandelde en, ontkleed, baadde, dartelend met de koele wateren en de zon zag opstijgen, En toen ik dacht dat mijn lieve vriend, die mij teeder liefheeft, op weg was naar mij toe, o toen was ik gelukkig, O toen smaakte elke bete mij zoeter en dien geheelen dag voedde mijn brood mij beter en die heerlijke dag ging heerlijk voorbij, En de volgende kwam met gelijke vreugd en met den volgende, 's avonds, kwam mijn vriend, En dien nacht, toen alles rondom stil was, hoorde ik de wateren langzaam rollen, rollen op het strand, Ik hoorde het gierend ruischen van water en zand die fluisterend op mij toekwamen, om mij geluk te wenschen, Want hij dien ik boven alles liefheb lag slapend aan mijn zijde onder hetzelfde dek in den koelen nacht, In de nachtstilte, in den herfstmaneschijn was zijn gezicht naar mij toegekeerd, En zijn arm lag zachtkens over mijn borst en die nacht was een nacht van geluk.
De olifant was omgekeerd en kwam nu op hem terug, dubbel verwoed, doordat hij bij zijn eersten aanslag niet geslaagd was. Cyprianus, alhoewel hij de door Li aangeduide beweging niet begreep, volvoerde haar toch stiptelijk. Hij draaide en wendde rondom den struik, door het woest ademende dier op de hielen vervolgd. Twee malen ontweek hij nog den schok door een plotselingen zijsprong van zijn paard.
Hij zat weer voor den ezel, voor een verschen lap papier, en nu met angstige voorzichtigheid, en, door den strak-onafgewenden blik, fel-stekende oogen, beproefde hij opnieuw te schetsen wat hij zag van haar fee-mooi gezicht.... Dit was wat beter!... Ja, waarachtig, nu zou 't gaan!... Althans zoo ver als 't nu was kon hij 'r vree mee hebben..., nu vooral voorzichtig, scherp gespannen speuren in herinnering, het stil bewegen van zijn hand volkomen meester zijn, onmiddellijk uit z'n ziel besturen.... Een tijd lang zat hij zoo, in moeilijk ademende aandacht, door te teekenen..., telkens huiverend.... Want 't kwam er in!... Ja!... Ja!... Het kwam er in; nu 't haar nog, de reine blankheid van het voorhoofd met het donker haargekroes omlijsten....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek