Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Tranen van zalige ontroering kwamen even in haar oogen en van terzijde keek zij hem aan, in volle overgave van haar gansche wezen. Hij glimlachte haar zachtjes tegen, met zijn mooie, donkere oogen, alsof hij haar begrepen had en zoet gerust wou stellen. Toen werd het haar te machtig: zij moest hem even aanraken, hem even voelen.

De wereld, die in 't booze ligt, Verdwijnt als rook uit mijn gezigt; 'k Heb dies alle ijdelheid verzaakt, En straks mijn testament gemaakt. De Neef Het lekk're gulden Rhijnsche wijntjen Smaakt mij wel eens zoo zoet bij Trijntjen. Wat kijk ik graag, bij lange togen, Mijn boeltjen door de fluit in de oogen! De Oom Wat zou mijn neef met schijven doen? At hij zijn korentje niet groen?

Zij zetten zich op een mooi bed en daar omhelzen zij elkaar. »God! wat is de naam der liefde zoet. Nooit had ik gedacht, dat ik daar smarte bij zou voelen."

Een zaadje een loovertwijg gij zijt verrezen, O, volle, reine roze, op slanken stengel, En ’k heb u lief, en, bij uw zoet gebengel Op de’ uchtendwind, tril ik van huivrend vreezen: Uw schoonheid doet mij bidden tot den engel Der bloemen, dat ge altijd zoo schoon moogt wezen, En bij uw sterven staar ik als verwezen, Wijl ik in dooden dauw mijn tranen mengel: Ik juichte, toen gij wierdt en waart, en weende, Toen gij ter aard vielt: ’k overzie uw leven, Dat mij door kleur en geur genot verleende;

Deuren en vensters stonden open; vóór de kamer bloeide een tjempakaboom, die met een windezucht ons zijn zachten, zoeten geur zond. Liefelijk klonk de zachte, weeke stem; zoet streelde het graag-luisterend oor haar zang, die onze zielen meevoerde naar 't ver verleden, naar de oertijden vol schittering en pracht, en wijze, schoone,

Maar dat was het juist Nellie wou, dat ze haar eens niet den zin gaven, 't Was net, of de vriendinnetjes levende ja-ja-poppen waren. Ze bleven altijd zoo gelijk Nellie wou, dat ze ook eens boos werden, zooals de broertjes en zusjes thuis. Dan was er eens een oogenblik ruzie, en daarna was 't weer vrede; maar nu was 't altijd zoo saai lief en zoet.

Pallieter begon van zoet voorgevoelen met de zweep te djakken, stampte de molhoopen uiteen, liep en draaide, met de voeten los van den grond, rond de jonge boomkens, en zette het dóór het gers en de hooge bloemen op een loop, tot hij buiten adem op den Nethedijk terecht kwam. De Nethe was hoog, en droeg zoo klaar gelijk de lucht de wolken van den hemel.

Ook gij stelt mij vragen en ik hoor U aan, Ik antwoord dat ik niet kan antwoorden, gij moet U-zelf de verklaring geven. Zet U neer een poos lieve zoon, Hier is brood om te eten en hier is melk om te drinken, Maar zoodra gij slaapt en U-zelf dus vernieuwt in een zoet kleed, kus ik U met een vaarwel-kus en open de deur voor uw later vertrek.

Wonder! nauwelijks had hij zich weder opgericht, of alle pijn was hem verre; niet was hem Galiëne's naam meer een wonde, diep gesneden, in zijn vleesch, tot in zijn bloed brandend, maar zoet was het te denken aan verleden en toekomst. Zijn ziel was blijde, als zongen er leeuwerikken. Hij meende al wel, dat hij hier Galiëne zou vinden, zoo blijde was 't om hem.

"'t Is goed voor deze reize, mijne dochter, sprak hij, kom binnen twee dagen terug en breng eene roede mee". Dit duurde lang, zonder dat hij ooit ... ik zweer het voor God en al zijne santen ... mijn man ... begrijp mij ... kijk naar mij ... zie of ik lieg: ik bleef zuiver en trouw ... ik beminde u. Arm zoet lichaam, zeide Lamme. O, vlek van schande op uw bruidskleed!

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek