Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Hoe zou ik niet opgewekt zijn, waar zoo'n groot geluk me wacht? Wat tellen al die uren van pijn, waar zulk een zoet geluk de prijs van is? Ik verlang al zoo naar mijn kleine schat. Het is wel zoet te weten, dat zoovelen deze laatste dagen met me leven. Of ik niet weet, hoe mijn lieven thuis, uur aan uur met me meêleven, voor me hopen en bidden.
De overvloedige vreugde, die ik draag in het hart, Die van dit verheven en dierbaar welbehagen komt, Waartoe gij mij hebt gebracht, En dat er niet in besloten kan blijven, ontsnapt daaraan En op mijn verhelderd gezicht Toont het mijn gelukkigen toestand; Want, daar ik verliefd ben, Is het mij op een zoo hooge en aanzienlijke plaats Zoet, dat ik in vuur sta.
Want daardoor had hij later zijn dankbaarheid kunnen bewijzen. Hij was thuis gekomen, en had zijn zuster Aleid, met wie hij vroeger zoo dikwijls in den kuil was gedaald, onder vier oogen alles verteld. Hij had haar gevraagd, of ze voor de witte wiven een Driekoningenkoek wilde bakken, bruin van korst en zoet van binnen, en die wilde hij voor zonsondergang brengen. Aleid had geglimlacht.
Zonder water kunnen alléén maar op heel kleine schaal jonge bijen opgekweekt worden. Water is er noodig op iederen trap van hun ontwikkeling, en als het ontbreekt, is het met den vooruitgang der kolonie gedaan. Zelfs de volwassen bijen moeten verhongeren en sterven te midden van overvloed, als hun honingprovisie versuikerd is, en geen water voorhanden om het onbruikbare zoet op te lossen.
"De lucht is anders pikzwart daar in de verte. 't Is mooi lenteweer, hoor," hernam grootmoe. "Nou, dag moeder, dag jongens. Lief zijn hoor. Misschien breng ik wel wat lekkers voor jelui mee." "Een paaschei moes," vleide Elsje. "Misschien wel, als jelui zoet bent." "Ik zal heel, heel zoet zijn, dag moesje," zei Elsje. "Nou Bart en jij doet alles wat grootmoe zegt hoor."
Ik ging hier aan wal op den oever van een rivier, waar zoet water in overvloed te krijgen was; de gelegenheid was gunstig, om een uitstapje in het binnenland te doen.
Heer Baron! men ziet aan 't been wel, waar de hoos gescheurd is; had ze geen rood bekreten oogen en bleeke wangen toen zij van Joan sprak? en heeft de Ambtman wel een zoet woordje van haar gekregen?" "Kom! kom! gekheid!" "Ik wil wedden, Heer Baron! dat als ik naar hem toeging en zeide: Jonker! de oude Heer heeft berouw over zijn drift en...." "Ik er berouw over hebben? Ge raast, Bouke!"
Ik wil voor de kinderen steeds als eene moeder zorgen, en als zij zoet zijn geweest, zal ik hun schoone sprookjes vertellen van een koningszoon, een sterken held, die zich een eenvoudig meisje tot vrouw koos. En als ik hun dan beschrijf, hoe die prins, die jonge held er uitzag, dan zal ik u in mijne verbeelding voor mij zien.
De groote gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte.
Zoo wentelde eens een bolle baar naar land De Schoonheid zelf, de blanke, uit schuim geborene, Met lokken als uw gouden lokkenvloed. Heil mij, den tot aanbidding uitverkorene! Hadde in mijn hart uw ros den hoef geplant, Zoo ’t ú kon redden, waar mij ’t sterven zoet!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek