Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


Hier vindt men in het koor nog de overblijfselen der oude graftombe, waarop heer Nicolaas van Putten en zijn huisvrouw levensgroot zijn afgebeeld in Namensch marmer, waarbij in het Latijn een randschrift geplaatst is, dat, vertaald, aldus luidt: "Aleid, die een spiegel en bloem der zeden en een moeder der eere onder het menschdom was, ligt nu in het graf.

Want daardoor had hij later zijn dankbaarheid kunnen bewijzen. Hij was thuis gekomen, en had zijn zuster Aleid, met wie hij vroeger zoo dikwijls in den kuil was gedaald, onder vier oogen alles verteld. Hij had haar gevraagd, of ze voor de witte wiven een Driekoningenkoek wilde bakken, bruin van korst en zoet van binnen, en die wilde hij voor zonsondergang brengen. Aleid had geglimlacht.

Zijn gemalin gaat hem tegemoet; hand in hand komen zij de zaal binnen. De verstandige vrouw vraagt of hij haar een belofte wil doen; de graaf stemt toe en doet er een eed op dat hij zijne belofte zal houden. Daarop zegt zij: huw dan onze dochter ALEID uit aan WILLEM, graaf van Holland. "Droomt gij?" zegt de graaf; "maar mijn eed zal ik houden."

"Dan wil ik het gevaar met je deelen. Vroeger hebben wij er bloemen geplukt, Herbert, tot Johanna je vroeg niet meer te gaan. Dacht je, dat ik nu bang geworden was?" Dagen lang van zelfopofferenden strijd hadden zij gekend. Aleid had overwonnen. Ze bakte de geurige Driekoningenkoek, en deed ze in een aarden schotel.

Twee malen was hy gehuwd geweest: de eerste reis met Aleid, 's Graven dochter van Wybestein, die hem Jan, zijn opvolger gebaard had, en Jan, eersten heer van Drongelen, die een zilveren rad op lazuur voerde: de tweede reis met Ermgard van Wickeloo, die hem mede een zoon schonk, insgelijks Jan geheeten, en die de stamvader werd van het geslacht van Elshout.

Was 't méér niet? Ze wilde nog meer voor hem doen. En toen hij haar had gevraagd, of ze alles netjes voor hem wilde klaarmaken, had ze hem aangezien en gezegd: "Natuurlijk wil ik dat doen, maar onder één voorwaarde." "En die is?" "Dat ik mee mag gaan naar den Wittewivenkuil." "Aleid," riep hij angstig, "dat niet." "Zouden de witte wiven je kwaad doen?" had ze gevraagd.

Ook wel klonk haar kreet gillend door de lucht, wilder dan de stormwind. Herbert en zijn zuster Aleid waren niet bang voor de witte wiven. Als kinderen gingen ze dikwerf des avonds langs den kuil, om nog een boodschap voor moeder te doen, en als ze dan voorbij de Koerbelt kwamen, en in de verte de nevelen zagen rijzen en dalen, wezen de kleine vingertjes er zonder vrees naar.

Ze zagen haar nevel in een oogwenk verdwijnen, en, als ze huiswaarts gingen, joeg de witte wive krijtend aan den horizon, sneller dan een paard. Daarom hadden Herbert en zijn zuster Aleid geen angst voor de witte wiven, al waarschuwde hun buurmeisje Johanna, de dochter van Scholte Lodink, hen voor hun moed.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek