Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Gwinebant, mijn lieve, lieve Gwinebant, dien ik zoo minne, dat ik u iedere nacht droom in mijne droomen, wilt gij dan niet gelooven, bij mijne trouwe, dat het best is, dat ik Gawein huw?

Een armen mensch, door 't nijdig lot geplaagd, Vermanen wij tot kalm zijn, als hij klaagt; Maar drukte eens òns hetzelfde leed als hem, Niet min, licht meer, verhieven we onze stem; Zie, zoo roemt gij, nog door geen man gekrenkt, Van 't voos geduld, dat dit verlichting schenkt; Maar huw eens, word gekrenkt als ik, en ras Blijkt uw geduld u dwaas en smelt als was.

Langs de haven-kaden en de steenen wallen der breede rivier, en in de handelswijk aan den "overkant", maar ook tot diep in 't hart van de oude stad dreunden en rammeiden de stoeten overvulde sleeperskarren, scheurde het vloekend geschreeuw, het "huw!" en "hrt" der sleepers door de klamme motregenlucht, verkrachtend het moeie geroep van de straatnegocianten.

Want de Salamander had haar in Phosphorus’ slot gedragen en smeekte hem: huw mij met de geliefde, dat zij mijn worde voor altijd. „Verdwaasde, wat verlangt gij!” sprak de Koning der geesten, „weet, dat de lelie eens mijn geliefde was en met mij heerschte, maar de vonk, die ik in haar wierp, dreigde haar te vernielen en slechts de zegepraal over den zwarten draak, dien de geesten der aarde nu in ketenen gebonden houden, kon de lelie behouden, zoodat hare bladen sterk genoeg bleven om de vonk in zich op te sluiten en te bewaren.

Langs de havenkaden en de steenen wallen der breede rivier, in de handelswijk aan den "overkant", maar ook tot diep in het hart der oude stad, overal dreunen en rameien de overvolle sleeperskarren en scheurt het vloekend geschreeuw, het "huw!" en "hrt!" der sleepers door de lucht.

Waarlijk, het ging mij al niet beter, als zeker iemand, die geloofde, dat hij van glas was, of als hem, die het vertrek niet durfde te verlaten, uit vrees door de hoenders te zullen worden opgegeten, omdat hij zich verbeeldde een gerstekorrel te zijn. Doch zoodra ik hofraad ben, huw ik eenvoudig Mejuffrouw Paulmann en ik word gelukkig.

Zijn gemalin gaat hem tegemoet; hand in hand komen zij de zaal binnen. De verstandige vrouw vraagt of hij haar een belofte wil doen; de graaf stemt toe en doet er een eed op dat hij zijne belofte zal houden. Daarop zegt zij: huw dan onze dochter ALEID uit aan WILLEM, graaf van Holland. "Droomt gij?" zegt de graaf; "maar mijn eed zal ik houden."

Hij heeft een afkeer van zijne en uwe Paapsche leer, en haat den vijand sterker dan ik dit eerst geloofde. Het lieve duifje zal den wil van haren vader doen. Ik huw haar; de graaf sterft weldra, en de goederen der Van Bergens worden mijn eigendom." "En gij zult uw geluk aan mij te danken hebben," hernam de gravin toen Van Rodenberg geëindigd had. "Doch wat vangen wij thans met Spinola aan?"

Dus hoor nu, Hermia; Ik heb een moei, die weduwe is: zij woont Op zeven mijlen afstands van Athene; Zij is van groot vermogen, kinderloos, En zij beschouwt mij als haar' een'gen zoon. Daar huw ik u, mijn lieve Hermia, En daarheen kan de felle Atheensche wet Ons niet vervolgen.

LUCIANA. Nu 'k huw wel eens en neem de proef er van. 42 Daar komt uw dienaar; spoedig volgt uw man. ADRIANA. Nu, is de komst uws tragen heers op handen? DROMIO VAN EPHESUS. O, spreek mij niet van zijn handen, mijn ooren weten er al genoeg van en kunnen er van meepraten. ADRIANA. Gij hebt hem dus gesproken? en wat doet hij? DROMIO VAN EPHESUS. Zijn doen? dat heeft hij mij aan 't oor verteld.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek