United States or Azerbaijan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ziehier het verhaal van het gebeurde" antwoordde Alice zonder zich te laten bidden: "Mijnheer de Sancey was een Fransch-edelman, tot de hofhouding van Hendrik

Om de belangstelling van de groote menigte gaande te maken ten gunste van mijn reis naar het Noorden, bleef mij niet anders over dan het slaan van een grooten slag door het bereiken van de Zuidpool. Maar ik besloot, mijn plan geheim te houden tot op den dag, dien ik daarvoor zou kiezen. Ziehier het programma van de expeditie: de Fram, het oude, roemrijke schip van Nansen, zal ons herbergen.

[p.100] En dat is aldus in zijn werk gegaan. Nauwelijks in de Telegraaf-sfeer van maniakale anti-Duitschigheid en pro-Ententerigheid opgenomen in welker gedachtencomplex Nederland precies zooveel meetelt als zijn waarde van mògelijk trekpaard voor den Entente-oorlogswagen bedraagt werd Scharten's wezen tot in zijn diepste gronden bevrucht, ontwaakte het tot zijn vurigste kracht. Het wezen van dien Scharten, die, schoon van duitsche afstamming, in Nederland geboren, een latijnsch-geaard cosmopoliet is met een niet al te warme liefde waarvan de onbewuste plichtmatigheid hem wellicht tot dan bleef verholen voor zijn vaderland. Al die gevoelens, welke de Gids-atmosfeer verhinderd had, in hem tot bewustzijn zelfs te komen, werden hem nu als het uiterst-prijzenswaardige, als het onschatbaarste dat in hem was, onthuld. Geringschatting van Holland's volkseigen prachtig Scharten! juicht De Telegraaf, dáár motte we weze. Gesputter tegen die overal in Holland opstijgende "lamme lauwheid: de Neutraliteit ... die bóvenal beducht bleek voor het mògelijk uitdagend-schijnen eener ridderlijke houding".... O, snikt De Telegraaf, da'k dat heb magge beleve ... gauw! ma lodderein-boîte francaise, beste Alexander, mijn vieux brave,elle zit dans je linker poche.... "Hoe langer en hoe gruwelijker die waanzin duurt, hoe onverwoestbaarder dat Bewijs in het bewustzijn der menschheid zal komen te staan. Wie het dus goed met het menschdom meent, verlangt niet naar een ontijdigen vrede. Stelp niet de koorts, doch laat haar uitwoeden." Bravo! Bravo! gilt De Telegraaf, noù ben je eerst mijn salontijgertje, noù ben je eerst net zoo'n held-achter-de-sohrijftafel geworden als ik-zelf! En dan steken we van wal, hoor, we geven 'm van katoen. De Hollanders zijn "lauwe Laodicenzen", en wat "een slááfsche indruk" maakt dat, "al die Duitsche uniformen en petten" op de Hollandsche soldatenhoofden, alsof ze zoo bij "het driehonderd-zooveelste Pruisische regiment (moesten) worden ingelijfd." Tot zelfs eene novelle van een onzer schrijfsters is let op het maniakale Pruisisch-systematisch afgewerkt! Maar dan [p.101]bòven zijn nederigheid jegens De Telegraaf, bòven zijn blijdschap ùit, aan dat ideëele blad te mogen medewerken, stijgt als een leeuwerik uit een drenzig, vies burgertuintje zijn zingende ziel den hemel der liefde in. Bij al dat léélijke heeft hij nu ook van diezelfde Telegraaf en ziehier nu de vervulling mijner straks gegeven belofte het schóóne geschenk van den moed tot den hartstocht ontvangen. Het geheele innige, van zoete liefde innige stuk Een avond in Florence is niets anders dan het heerlijk-schoon gelaat zijner liefde tot Italië, maar kenden wij dit tot heden als een edel, duurzaam marmer, koel als zijns beeldhouwers sentimenten, is 't overbloosd door die nieuwe, die pas ontstoken vlam van den hartstocht. Welk een jammer voor mij dat mijn genot alweer niet onvermengd mocht blijven. Want ziehier de storende gedachte, die in mij rees: o naïeve Scharten, zijt gij de man, die den Jood zóó smadend zijn vreemdelingschap voor de voeten mocht werpen, gij die zóó over Holland en zóó over Italië kùnt spreken; die u gebonden voelt "aan dat heerlijke land, waar gij (u) meer dan érgens elders thuis ging(t) gevoelen"; gij dien, thans hier in Holland levend, nochtans in betrekking tot Italië het spraakbeeld naar de lippen dringt van "het in twee jaren niet terug geziene ouderlijke huis"?! Onderzoek u-zélf, máár: uw diépste ziel, èn: hoed u ervoor, die onbewust te vereenzelvigen schoon-scheppende éénheid als gij beiden vaak zijt met de psyche uwer wel cosmopolitisch-beeldend-geniale, maar naar haar grònd-aard en -wezen stoer-hollandsche vrouw ... en n

Het moet Tolstoi vreemd hebben aangedaan neer te schrijven dat zijn broeder hem een praatjesmaker noemde, hetgeen hij bovendien zelf moest toegeven, zooals blijkt uit den brief van 1 Mei 1848 aan zijn' broeder: "Sergius, het is mij alsof ik je hoor zeggen, dat ik een praatjesmaker ben, en dan spreek je de waarheid. Ziehier wat ik tot stand heb gebracht.

Zij sprong op, naderde de deur om te kunnen hooren, wat thans gesproken zoude worden. Haar lot zou ongetwijfeld binnen weinige oogenblikken beslist zijn. Maar de beide Texars en Squambo waren buiten de wigwam getreden, zoodat hunne woorden haar oor niet meer konden bereiken. Ziehier evenwel welke gesprekken die drie aterlingen voerden: »Zermah moet sterven!" »Ja, dat moet!"

"Ziehier!" zeide zij: "wat zult gij; nemen? cognac, rum, rosolis, ratafia! wat gij begeert." Ik nam een glas cognac aan en voelde inderdaad dat het mij goeddeed.

Er kwamen ook groote zeehonden voorbij, en dat wel van de meest verslindende soort; men behoeft alle verhalen van visschers niet te gelooven, doch ziehier eenige staaltjes van hetgeen zij vertellen: in het lichaam van een van die dieren heeft men den kop van een buffel en een geheel kalf gevonden, in een ander twee konijnen, en een matroos met kleeren en al, in een ander een soldaat met den sabel in de hand, en in nog een ander een ruiter met zijn paard!

"Laat hooren, Lambrecht." "Ziehier de zaak. De Isegrims hebben mij gedwongen, met eene kar en twee paarden hen te volgen, om gekwetsten te vervoeren. Ik heb gedurende drie uren afgeluisterd wat er rondom mij werd gezegd, en alles wel in mijn geheugen gedrukt. Het mislukken van den stormloop tegen Brugge heeft noch den ridders, noch den wapenlieden den moed benomen.

Ziehier het bewijs. Is de jonge vrouw, bij haar huwelijk, uit het familieverband, waarin zij geboren werd, uitgetreden, om in dat van haren man over te gaan, dan laat daarom haar familie haar niet geheel los.

Ziehier!" vervolgde hij met verheffing van stem, terwijl hij een pakket brieven op de tafel wierp: "Lees zelf: zijn dat uwe brieven niet? en deze....? overtuig u dan dat ik waarheid gesproken heb." "Wat gaan mij die brieven aan!" hernam Van Bergen, in dezelfde onwrikbare houding: "Ik zeg u, gij liegt! De jonge Spinola is onschuldig aan de daad, die gij hem ten laste legt.