United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van daar zal ik met een toereikend getal der stoutsten, ridders of wapenlieden, vooruitgaan en de poort doen openen. Wij stormen de stad binnen en overrompelen de wacht der poort. Op ons geschreeuw komt gij met gansch uw leger toegeloopen.

Men beweert, dat dit feest gevierd wordt ter herinnering aan een ontzet der stad. De belegeraars Walter van Edingen en zijne wapenlieden beletteden reeds eenen geruimen tijd allen invoer van levensmiddelen, ten einde den hongersnood binnen de muren te brengen. Dagen kwamen en verstreken. De voorraad verminderde, de ellende naderde... Toch gaven de belegerden den moed niet op.

Het was met zichtbare teekens van welgemoedheid dat hij, na een hartelijk ontbijt, te paard steeg, om aan het hoofd van zijn gevolg den weg naar Brugge in te slaan. De ridders en wapenlieden, die al te zamen eene tamelijk sterke bende vormden, hielden zich uit eerbied op eenigen afstand achter den graaf.

Ongeveer een uur daarna kwamen eenige landlieden met snelheid over het Zand naar de poort geloopen. Van verre riepen zij reeds uit al hunne macht: "Harop, harop! De vijand, de vijand!" Robrecht ging hun te gemoet. "Gauw, heer, te wapen!" zeiden zij hem. "De baan naar Thourout, zooverre het gezicht reiken kan, is overdekt met ridders, met wapenlieden en met wagens. Gansch een machtig leger!"

Zoohaast deze laatste opgestegen was, reed het gezelschap de stadspoort uit en vervorderde zijnen weg op eenen goeden draf, totdat men Bulscamp voorbij was en Wulveringhem ging naderen. Dan vertraagde Willem den gang van zijn paard en gaf den wapenlieden bevel om op eenigen afstand achteruit te blijven.

Het hoofd weder opheffende, vroeg hij, in gedachten: "Waar zijn nu de ridders? Weet gij het?" "Ja, heer, mijn wagen en paarden zijn er nog De zieken liggen in de huizen van het dorp Oostcamp; de wapenlieden legeren tegen het Balanderbosch; de oversten bevinden zich op den burcht van mher Van Gruuthuse."

De ruiter keek naar hem terwijl hij met den hoofdman praatte; rondom hem in dit kamp waren ontelbare wapenlieden, naast hem reed stillekens Mevena met haar zuigend kind, hij wist niet hoe hij ontkomen zou. Doch zonder omkijken, recht in het zadel, reed hij voort en vroeg nog tweemalen den weg naar Rogier.

"Laat hooren, Lambrecht." "Ziehier de zaak. De Isegrims hebben mij gedwongen, met eene kar en twee paarden hen te volgen, om gekwetsten te vervoeren. Ik heb gedurende drie uren afgeluisterd wat er rondom mij werd gezegd, en alles wel in mijn geheugen gedrukt. Het mislukken van den stormloop tegen Brugge heeft noch den ridders, noch den wapenlieden den moed benomen.

"Houd u stil en blijf hier, totdat ik wederkeer." Hij deed de twintig wapenlieden binnen de poort treden, koos er vier uit, die hem zouden volgen, en ging met dezen over den neerhof naar de aangewezene zaal, waar hij door het venster bemerkte dat er licht brandde. Bij zijne verschijning in de zaal zag hij de beide jonkvrouwen nog geknield, maar met den angstigen blik naar de deur gekeerd.

Slechts van tijd tot tijd scheen eene siddering de leden van Dakerlia te doorloopen, wanneer de galmen van grove of dreigende stemmen meer duidelijk haar oor troffen, doch zij liet even ras weder het hoofd nederzakken, onder het slaken van eenen angstigen zucht. Nevens deze kamer, in een ander vertrek, bevonden zich de wapenlieden, die hier gesteld waren om de gevangene jonkvrouwen te bewaken.