Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
"Welnu, men zal u hier wijn brengen", zeide de veldheer. "Verveel u niet, mher Vos, terwijl ik alles ga bereiden tot onzen geheimen optocht naar Brugge." Met deze woorden verliet hij de kamer, bij welker deur onmiddellijk eenige wapenlieden verschenen. Disdir zette zich dichter bij de tafel en legde het hoofd op de handen. Een glimlach speelde op zijne lippen; hij zegevierde!
Wel was hij voornemens de woningen der Erembalds te laten verdelgen en hunne goederen den wapenlieden tot buit te geven; maar daarover wilde hij, zooals de voorzichtigheid het gebood, slechts morgen bij klaren dag beslissen. Nauwelijks had hij dus zijne bevelen uitgedeeld, of hij trad nevens de kapelle in een openstaand poortershuis, waar hij licht bemerkte.
De Kerels toonden de gebalde vuisten en deden de lucht onder hunne verontwaardigingskreten weergalmen; de poorters morden en schreeuwden, en wierpen de Tancmars scheldwoorden toe. Dan verscheen Rambold Tancmar voor de deur des kloosters en gebood zijnen wapenlieden deze grove, vermetele lieden met geweld uiteen te drijven. Het volk week morrend achteruit.
Hij gebood den wapenlieden, die hem vergezeld hadden, op den neerhof terug te keeren, sloot de deur der zaal, en dan tot de bevende jonkvrouwen gaande, zeide hij: "Hebt vertrouwen in mij, ik kom u het leven redden. Ach, de Kerels zijn bezweken; onze vijanden, de Isegrims, hebben de stad Brugge verrast en ingenomen. De Markt is overdekt met de lijken onzer ongelukkige vrienden!"
Maar deze woorden ontrukten de wanhopige meisjes eenen nieuwen angstkreet, en zij sprongen terzijde, als boezemde Disdir Vos hun eene diepe vervaardheid in. "Ik begrijp", zeide hij, "dat gij liever in dezen Steen zoudt blijven; maar het is onmogelijk. Morgen, bij het eerste daglicht, zal men al de woningen der Erembalds en hunner vrienden aan de plundering der woeste wapenlieden overleveren.
Nauwelijks had hij, onder den schijn der eenige lamp, die hier brandde, den ridder beschouwd, of hij riep met verwondering uit: "Mher Disdir Vos! Gij hier? Welke is de reden uwer komst?" Disdir Vos gaf hem door een teeken te verstaan dat hij in tegenwoordigheid der wapenlieden niet vrij kon spreken.
Wel de helft dezer waren ridders, die gesmeekt hadden om van de voorwacht te mogen deel maken, en evenals de wapenlieden hunne harnassen en ijzeren wapening hadden afgelegd om geen het minste gerucht te maken. Slechts de helm en de ijzeren handschoenen hadden zij behouden.
Van eenen gekwetsten ridder, dien Hacket goed kende, vernam hij de ware macht en de inzichten des vijands. Wel met zesduizend sterk, de wapenlieden er onder begrepen, hadden de ridders Atrecht verlaten. Hier, voor Brugge, waren zij ongeveer drieduizend sterk, onder bevel van den kamerheer Gervaas Van Praet. Het andere gedeelte had zich over St-Omaers gericht om in Veurne-Ambacht te vallen.
Binnen weinige dagen, overmorgen misschien, komen de ridders van Keizers-Vlaanderen met al de stormtuigen die de burg van Gent zoo overvloedig bezit, en met ontellijke wapenlieden. Men heeft tot in Holland en Friesland toe ridders gezonden, om daar huurbenden te gaan halen. Men schat aldus, binnen zeer korten tijd, twintigduizend man in Kerlingaland te kunnen brengen.
Hij deed teeken tot zijne wapenlieden, dat zij achteruit zouden blijven, zette zijn paard op eenen langzamen stap en sprak dan met eenen diepen zucht tot Burchard: "Noodlottige tijding, mijn vriend: de kroon die ik reeds op mijn hoofd voelde, ontsnapt mij!" "Wat wilt gij zeggen, heer graaf?" mompelde Burchard verschrikt. "Weet gij wat dien brief mij meldt?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek