United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tijd en ruimte, opvolging en uitgestrektheid, zijn enkel toevallige staten der gedachte; de verbeelding laat hen achter zich en beweegt zich in een vrije sfeer van ideëele bestaanswijzen. De dingen zijn in hun wezenheid wat wij hen believen te maken; een ding bestaat naar de wijze waarop wij het bezien.

Eenmaal als beginsel gegeven, ontspruit het niet alleen uit dichterlijke verbeelding en vervoering, maar hecht zich als een woekerplant aan het denken, en ontaardt tot louter hebbelijkheid en een ziekte der gedachte. Met name wanneer het symbolisch contact eenvoudig voortvloeit uit gelijkheid van getal, ontstaan heele verschieten van ideëele afhankelijkheden. Het worden rekensommetjes.

Maar, hoe dit ook zij, allen, die waardevolle artikelen uitgeleend hadden, wenschten die aderlating te voorkomen en haastten zich bijgevolg om terugbetaling te eischen alvorens het ideëele geld op grooten schaal uitgegeven en in circulatie gebracht kon zijn; en toen zij eenmaal afbetaald waren, wachtten zij zich wel om hun geld opnieuw uit te leenen.

En ook bij het gewone en normale geslachtsleven speelt deze ideëele coïtus een belangrijke rol: men cohabiteert met een persoon en denkt daarbij aan een andere. Het zintuig van het gezicht, het oog, speelt in het liefdeleven nog een andere rol. Liefde wordt allereerst verklaard met het oog.

Wel zullen dikwijls bij de persoonlijkheidsrechten alleen moreele of ideëele belangen betrokken zijn, doch een vaste regel is dit niet. Het gebruikmaken van een bepaalden auteursnaam zou b.v. in sommige gevallen heel goed eene geldelijke waarde kunnen vertegenwoordigen. Naar eene opzettelijke regeling van deze rechten zal men in de meeste wetgevingen vergeefs zoeken.

Nu groeit echter jong Duitschland op in een maatschappij welke bureaucratische sleur boven persoonlijk initiatief stelt. In zulk een maatschappij kan de mensch wel zijn broodwinning zoeken, als het moet, maar geenszins de bevrediging van zijn hoogere ideëele behoeften.

Waarheid in kunst is volstrekt niet overeenstemming tusschen de ideëele werkelijkheid en den toevalligen bestaansvorm, het is niet de gelijkenis van de gestalte met haar schaduw, of van het spiegelbeeld in het kristal met de gedaante zelf, het is niet een echo die antwoordt uit de holling van den heuvel, evenmin als het een zilveren waterspiegel in de vallei is, die de maan toont aan de maan en Narkissos aan Narkissos.

Dus, verondersteld dat een klant een mes wilde koopen, dan zou de prijs daarvan "voor werkelijke betaling" zijn een schepel koren, de "prijs voor geld" een gouden of zilveren munt ter waarde van vijftig Amerikaansche centen, de "prijs voor quasi-geld" soms zooveel als hij in een mand en een andermaal zooveel als hij in een kruiwagen kon vervoeren; en vóórdat het ideëele geld voorgoed werd afgeschaft was er een wagen noodig om het geld te brengen.

Maar het meerendeel der menschen, die iets te verkoopen hadden, wilden het ideëele geld in het geheel niet aannemen als betaling.

Aldus is het verhaal in Boutens' Beatrijs: Een zeer reine en volmaakt aan God en Maria overgegeven non leidt in een klooster een begenadigd leven. Ze is een ideëele figuur van zieleschoonheid, welke, als in haar volmaakt-natuurlijken vorm, zich in lichaamsschoon heeft gehuld.