Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Frédérique wachtte even, daar zij in de vestibule haren regenmantel moest aantrekken, en Dien kwam binnen om te vragen, of er belet was voor meneer De Woude Van Bergh. Ik denk van niet, Dien, vraag maar even in de serre. O, die onuitstaanbare jongen! riep Lili. Dat pedante être! Ach, hij is zoo kwaad niet, meende Paul; en volstrekt niet pedant.
Lili schrikte voor een spin, die aan een langen, zilveren draad naar beneden zakte, en toen De Woude het dier verwijderde, werden zij beiden zeer geplaagd: zij, als een schuchtere jonkvrouw, hij, als een dapper ridder, die de monsters om haar heen versloeg. Maar wat doen wij toch voor buitengewoons, dat wij het altijd moeten ontgelden? riep Georges.
Al ware al die wereld an mi belanc, Ic woude wel, dat si ware mijn wijf. Scaemt u der scanden, vul keytijf, Dat ghi so neder mint, Ende men so scone joncfrouwen vint Van hogher gheboort, van groten geslacht.
Zij volgden hem naar de serre, waar men zich bijna verdrong en Paul gevoelde zich wrevelig, dat Etienne hen was komen storen. Hij moest toch eens met Freddy spreken: het begon hem te vervelen, dat eeuwige boudeeren. Henk en Betsy waren binnengekomen, door de eetkamer, en zij zagen er den ouden heer De Woude zitten met zijn dof, goedig gelaat en zijn fijn, grijs haar.
Ic woude wel, dat mi ware ghespleten Ende ic des levens hadde ene ende, Want so waerweert ic mi bewende, Ic blive ewelijc vroudeloos. Die ic met goeder herten coos, Hebbic bi valschen rade verloren: Dies heeft mijn herte so groten toren, Dat mi scoren sal van rouwen. Ic hoopse in hemelrike te scouwen, Daer omme willic nu sterven blidelike.
Uit de bloemen van een zilveren korf verhief een ananas heur kroon van stekelig loof. De Woude was met Eline begonnen te praten over de soirée bij de Verstraetens en hij schilderde haar, hoe waarlijk vorstelijk freule Van Erlevoort als Kleopatra en het Gezicht was geweest.
Zoo dreef de middag langzaam voorbij onder Lili's stille bouderie en geen visites kwamen die doffe rust verstoren, toen er over vieren gebeld werd en Dien Georges De Woude binnenliet. Lili was geërgerd; Dien had hem best eerst kunnen aandienen en hem niet dadelijk in den salon laten, meende zij. Zoo intiem kwam hij toch niet bij hen aan huis.
En zij bedankte Henk voor de zwezeriken met asperges, die hij haar aanprees. Heb ik goed gehoord, freule, is meneer De Woude een broêr van u? vroeg Frans zacht aan Emilie. Zoowel haar als Georges ontmoette hij voor den eersten keer, en zoowel hunne gelijkenis als hun contrast trof hem. Zeker, fluisterde Emilie. Een eigen broêr. En ik ben trotsch op hem.
Georges De Woude was reeds van zijn stoel opgestaan en wenkte hen glimlachend. Zij traden naderbij en gaven elkaâr de hand. Freddy! sprak Otto verrast. Mevrouw was zoo lief mij na het eten te laten vragen of ik meêging, antwoordde zij, bij wijze van verklaring. Otto, we kregen, toen je weg was juist een brief van de Horze: ze maken het allemaal goed en je moet veel groeten hebben. Jij ook, Eline.
Zij bleven dus 's avonds zeer veel thuis en dronken thee in hun klein tuintje, dat er nog kaal uitzag, maar waarvan zij zich de illuzie schiepen, dat het den volgenden zomer groen en geurig zou wezen. Kwamen zij een zeer enkelen keer te Scheveningen, op het Kurhaus, dan groetten hunne kennissen hen met een verbaasd knikje. Hé, daar hadt je De Woude met zijn wijfje!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek