Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Dank je, ga maar alleen; sprak zij en schoof de beide deuren dicht, juist toen De Woude in den salon binnentrad, waar hij door Marie ontvangen en in de serre geleid werd. Paul en Frédérique lachten, en namen afscheid van Lili; zij gingen alle drie door de eetkamer naar de vestibule. Adieu, groet oom en tante van mij, en zeg oom dat ik bepaald naar Hovel zal gaan, morgen na den eten! zeide Paul.

Lili begreep nu eenigszins, dat Emilie Georges gemist kon hebben, en zij bood hem gul haar hand en bedankte hem nogmaals voor zijn aanbod. Een goede jongen, die De Woude! sprak de heer Verstraeten, toen hij weg was en Lili ging naar den kleinen salon terug, terwijl zij haar mama ook iets gunstigs over Georges hoorde zeggen, ingenomen als zij was door Georges' beleefde voorkomendheid....

Het zilveren theeservies in het midden van den heer De Woude: daar omheen al het zilver, al het kristal, al het fijn porselein, door verwanten en vrienden geofferd, terwijl het prachtig cadeau der beide neven Van Raat, Henk en Paul, een elegant ameublementje van dof blauw satijn voor den kleinen salon der jonggehuwden, de geheele serre, als het ware, encombreerde.

Na eenigen tijd, over negenen, kwam Georges De Woude van Bergh en het laatst Etienne Van Erlevoort binnen, die de verontschuldigingen van zijn broêr, welke verhinderd was geweest mede te komen, overbracht.

Marie kwam thuis, gebracht door Freddy, Paul en Etienne, die aan de deur afscheid namen; zij was doodmoê, koud en rozig van wangen met schitterende oogen. Het was heerlijk geweest: veel menschen op het ijs, de Eekhofjes, Eline met Henk.... De Woude heeft hier een visite gemaakt, zeide mevrouw. Hij was sedert drie dagen terug. Zoo! sprak Marie onverschillig en begon haar manteltje los te knoopen.

GELLOEN, de verrader, die in dezen roman eene gewichtige rol speelt, boos, sluw, dapper, doet ons meer dan eens aan Reinaert denken: indertijd heeft hij in een strijd tusschen zijn heer, koning KAREL, en koning ASPRIAEN, de zijde van den laatste gekozen om der wille van ASPRIAEN'S dochter; toen hij zag, dat de zaak verkeerd liep voor ASPRIAEN, kwam hij koning KAREL "smeken ende lecken || Als die sine quaetheit woude decken."

A. NIJLAND, Gedichten uit het Haagsche Liederhandschrift en de critiek van Dr. FRANTZEN in Taal en Letteren, 1896, afl. 3. Vgl. no. XXXVIII en CXXI. Vgl. b.v. no. XXXVII; dat begint hoofsch genoeg: "Woude mi de vrouwe mijn" enz.; maar het refrein is in gansch anderen toonaard gezet: "In 't scade van tween witten dien" enz.

Ten minste, als De Woude het goed vindt! fluisterde hij met smachtende oogen. De Woude heeft niets over me te zeggen! Maar ik hou niet van schommelen: ik krijg er hoofdpijn van, dank je. Ik ben er dol op, Eetje! riep Marie; ik reken straks op je, als cavalier, maar hoog, heel hoog, hoor! Tot in de wolken.

Maar ook De Woude at ternauwernood, daar hij er zich in het vuur zijner levendigheid nauwlijks den tijd toe gunde. Emilie echter hield Henk goed gezelschap en dronk een stevig glas wijn. Het was over achten, toen men opstond en de dames zich naar den salon begaven. Frans ging met Henk en De Woude een sigaar rooken, daar Jeanne verklaard had nog wel een half uurtje te willen blijven.

Eenige Hollandsche Ridders, Diederic van Wassenaer, Henric, Burchtgraaf van Leyden, Filips van Duvenvoirde, Simon van Benthem, en Jacob van der Woude, rukten daarop hunne dienstmannen by een, om Lichtenberch ter hulp te komen. Het gevolg daarvan was een vinnig gevecht op de Hooge-woerd, eene vlakte, omstreeks den oever des Ouden-Rijns.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek