Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Indien iemand hem deze tijding bracht, het zou hem zoo diep bedroeven, hem eenen noodlottigen slag toebrengen misschien! Kom, wij zullen verbieden dat iemand van buiten hem nadere, wie het ook weze!" "Maar bedwing toch uwe ontsteltenis, Dakerlia", zeide Robrecht "Uw vader zou bemerken dat gij hem iets verbergt ..." "Neen, neen, hij zal het niet zien; ik ben sterk, ik zal welgemoedheid veinzen."

De hotelhouder buigt voor mijn als 'k instijg, en 'k zeg: "A la gare!" Maar bij de Koepokinrichting trek ik die koesier an ze jas, geef 'm de nege dubbeltjes, die 'k nog over heb van de kelner uit de Commerce, en zeg op z'n Hollansch: "zoo zal 't wel in orde weze". Waarop hij schrikt van die tale na 'k later van de commissaris hoorde.

"Zoo'n edel vrouwmensch as Carlien toch was! De adeldom lag in d'r heele weze; 'n gezicht, man ... blank en gaaf as van een lelie, met zwart lang krulhaar... en 'n houding, ... 'n ras, niet te dik en niet te mager ... schoon, beeldschoon... twee druppels water 'n prinses ... 'k Heb 'r nog 's op de Bosscher kermis late loope met zoo'n orgel, op z'n Italiaansch verkleed, dat al wat man was rilde!

"Wil u s'il vous plait zoolang voor één uur me voorspraak weze bij monsieur votre patron?"... Want ik mos die risterasie toch uit. Waarop hij antwoordde: "mijnheer, dat is niet noodig, want u ken van mijn nog wel vijf en twintig pop d'r bij krijge." Waarop ik antwoordde: "ik wil zoo, en ik gaan van mijn begrip nie af." "Waarop!" viel de schilder ernstig in.

Om rede ik er nooit met de kelégaas muurtje heb getikt, want ik wou er niet bij name bekend weze. Maar nou ben 'k deur de wol heen, en toe was ik nog erg da 'k mijn schaamde.

"Die koesier vraagt mijn: "mijnheer waarnetoe mot ik uedele brenge?" Maar ik doen da 'k die man nie verstaat. Waarop de tolk van de Maréchale de Turenne geroepe wordt 't rijkste hotel op de Kalveremart waarop die koetsier zeit: "ik kan de man nie' verstaan." Maar die tolk die zeit: die man mot weze in De Zeve kerreke van Rome, en je mot 'n bitje hard rije, want daar zit een goeie fooi voor je op; die vreemdeling is een Spaansche edelman! Waarop de koesier zijn zweep op zijn vierjarige zweetvos leit en mijn ventre

Och! hij slaapt,” herhaalde zij, als in zichzelf, wendde zich om en dommelde weer in. „Niet ankomme! M’n goeie mensch, brand je vingers niet; eerst mot de polisie er bij weze. Groote Gerritje! wat ’n geval,” roept juffrouw Daters, die met haar dikke buurvrouw Jaling en een aantal andere buren in Waltens kamer staat bij ’t bed waarop de oude man, nog onbeweeglijk in dezelfde houding, ligt.

Dovid, die bij 't raam stond, wond zich lawaairiger op. Rauw krijschte 't geluid uit zijn keel: "En nou zal 'k godverdomme 'n onderkruiper weze!... Kenne ze me allemaal de maarsch lekke!... Voor mijn part scht

Sjuul heit toch al zoo 't land aan Tom, nietwaar lievert? Met de poes in haar armen bekeek ze de buste: 't Is nogal goed afgeloopen, hij had heelemaal kapot kunne weze. 't Is wat moois, bromde de kleine en drukte zooveel hij kon de klei weer in haar fatsoen; dat moet er nou nog bij komen! Gauw! naar achteren, gauw! daar hoor ik Sjuul op de trap.

De zieke zweeg, en sloot vermoeid de oogen; toen de anderen zwegen, opende hij ze, en glimlachte: »die ziekenvader ? zoo goeiïg.... net een wijf, zoo zorgzaamJan en Barend gingen daarop niet in, doch gingen voort, het ziektegeval te bespreken: »Hij rilt effectief!« »Kijk, z'n voorhoofd es bezweet weze!« »Hij heb de koors

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek