United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een hotelier heb ik alleen maar in de grootere hotels ontmoet; gewoonlijk wordt men ontvangen door een huisknecht, die tevens zoowat voor portier speelt, 't is de "borstaren", misschien wel de hotelhouder zelf en na het toewijzen der kamer heeft men verder alleen met die dametjes in het hardanger costuum te doen.

Onze koelies hadden informaties ingewonnen, de hôtelhouder liet ons het begin van den weg wijzen en wij klauterden opgeruimd een 2000 voet hoogen bergrug op, langs de bedding van eene bijna uitgedroogde beek, blijde op dezen frisschen morgen weer in de rustige natuur te zijn.

Maar in plaats van een roode katoenen zakdoek, neemt hij van zijn kar een keurigen waaier en gebruikt dezen niet geheel zonder gratie. En zoo zou ik nog veel meer kunnen opnoemen. Toen het donker werd, gingen wij naar het hôtel terug en gebruikten na het diner de thee op het balcon, waar Sjiso en Nóbo, de dochters van den hôtelhouder, ons gezelschap hielden.

Nog geen acht dagen later reisden wij naar Madrid; don Alphonse had ons twee van zijn beste paarden gegeven, om sneller te kunnen gaan. Wij gingen logeeren bij Vincent Forero, die ons van vroeger kende. Daar deze hotelhouder er op uit was, om alles te weten wat er aan het hof en in de stad voorviel, vroeg ik hem welk nieuws er was.

Den volgenden morgen las ik in de courant, dat door den trein waarmee ik gereisd had, een baanwachter overreden was. Toen ik een dag in het hotel was, zag ik dat de hotelhouder wanhopig was, en alle gasten ontsteld waren. "Wat is er gebeurd?" vroeg ik. "Een van onze bedienden is door de pokken aangetast. O, welk een ellende!"

Den volgenden morgen deelde de hotelhouder ons verheugd mede, dat er ten gevolge van de bemiddeling van dokter Raffel, door de drie consuls tot herstel van de orde en rust, tusschen de verschillende partijen, een voorloopig bestuur benoemd was, en dat dokter Raffel, als voorzitter van den gemeenteraad, tot president was gekozen.

Na een glas wijn besteld te hebben, luisterde ik, een dagblad in de hand nemende, naar de verschillende gesprekken die er gevoerd werden. Het duurde niet lang of er kwamen eenige bezoekers binnen. »Dag papa Picard!" zei de een tegen den hotelhouder, »hebt ge het nieuws al gehoord?" »Het nieuws?" vroeg de kastelein, »welk nieuws, mijne heeren?" »Welnu, komaan, Parijs is er vol van."

Stom van verwondering en blijdschap volgde deze den beroemden komiek. In de gang gekomen, vraagde Prevost naar de vrouw van den hotelhouder. "Naar de komedie," was het antwoord. Naar een der beide dochters. Hetzelfde bescheid. "Is er dan geen vrouwelijke hulp om mij te vervangen?" hernam Prevost. "Een dienstmaagd," was het antwoord. "Laat haar bovenkomen," zei Prevost.

Tegen den avond kwamen wij in een dorp, maar wij hadden besloten nog verderop een nachtverblijf te zoeken. Intusschen zagen wij een hotel, dat er, voor die plaats, goed uitzag. De hotelhouder en zijn vrouw zaten voor hun deur. Hij was een magere en bejaarde man en tokkelde op een slechte guitaar, waarnaar zijn vrouw met genoegen luisterde.

Hoe het zij, de verschillen van de beide kalenders veroorloven het mij, de onthouding van het vasten te ontgaan en integendeel voldoende eer te bewijzen aan het maal, dat de hotelhouder had laten klaar maken en dat zeer smakelijk was. Geen nationale schotels, maar een compromis tusschen een keuken, die op de spijskaart pompeus als fransch wordt aangeduid, en napolitaansche ragouts.